-1,851 H u i z u m, 22 Juli 1965. 04.1 Onderwerp: Studiefonâs Reeds enkele malen is in Uw vergadering de wenselijkheid bepleit om tôt instelling van een gemeentelijk studiefonds over te gaan. Overeenkomstig de laatstelijk in de begrotingsvergadering gedane toezegging hebben wij ons beraden over de vraag, of het inderdaad aanbeveling verdient in deze stappen te onder- nemen» Allereerst hebben wij ons afgevraagd, of er, naast het pro vinciale studiefonds, de regeling inzake rijksstudietoelagen, de familielenen en dergelijke en de subsidie-mogelijkheden voor bepaalde studierichtingen, behoefte bestaat aan een ge- meentelijke regeling. Wat het provinciale studiefonds betreft, kan worden opge- njerkt, dat dit slechts beperkte mogelijkheden biedt en o.a. afhanlcelijk is van de beschikbare middelen. Ook de rijksregeling biedt, naar in het verleden wel eens is gebleken, niet steeds een oplossing. De familielenen openen uiteraard slechts mogelijkheden voor bepaalde categorieën (als regel de nakomelingschap van de stichtersterwijl de subsidie-mogelijkheden voor bepaalde studierichtingen eveneens voor een beperkte groep van belang- hebbenden lcansen bieden. Onze conclusie is dan ook - en de in het afgelopen jaar ingekomen verzoeken om een tegemoetkoming in de studiekosten hebben ons in deze overtuiging gesterkt - dat inderdaad ook in onze gemeente evenals in de circa 120 andere Nederlandse gemeenten, die reeds een eigen regeling te dezer zake in het leven hebben geroepen, een gemeentelijk studiefonds reden van bestaan heeft. In 1962 zijn door U een viertal verzoeken behandeld en ook ingewilligd, doch wij zijn met Uw collège van oordeel, dat een dergelijke aangelegenheid met het oog op de vertrouwelijke ge- gevens, die aan de orde komen, zich minder goed leent voor een openbare behandeling. Y/eliswaar zou dan telkens in besloten zitting kunnen worden beraadslaagddoch wij menen, dat de Raad toch niet het aangewezen orgaan is om op dergelijke ver zoeken te beslissen. Het komt ons daarom gewenst voor, dat een stichting in het leven wordt geroepen onder de naam "Stichting Studiefonds Leeuwarderadeel"waaraan jaarlijks ten laste van de gemeente- begroting een bijdrage wordt verleend. Bij de behandeling dier begroting kan dan telkenjare een nader te bepalen bedrag ter beschikking van het fonds worden gesteld. Hoe omvangrijk het verstrekken van deze toelagen zal wor den, is thans nog niet bij benadering te zeggen. In de aan- vang zullen wellicht betrekkelijk weinig aanvragen binnen ko men, doch de verwachting lijkt gewettigd, dat het aantal ver zoeken reeds vrij spoedig zal toenemen. Het is vanzelfsprekend niet mogelijk aan dergelijke ver zoeken ongelimiteerd te voldoen. AAN de Raad.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1963 | | pagina 67