Spreker zou het altijd zo willen stellen, dat de aansprake
lijkheid van de gemeente steeds buiten het geding blijft.
De Voorzitter zegt, dat als wij zien naar de practijk er
voor de gemeente niet veel risieo aan verbonden is, wanneer
er eens wat gebeurt. Zo b.v. bij de oude Finkumer brug, waar
de leuning afgereden is. De politie wees er op dat aan het
eind van de weg een bord stond, wat voor de man in kwestie
een aanwijzing was welk risico deze liep als hij een voor
zwaar verkeer afgesloten brug over reed.
Mevrouw Bijlsma wijst op de brug in de weg Jelsum -Corn-
jum. Daarvan kan "Eetzelfde gezegd worden. De brug is niet
voor zwaar verkeer bestemd. Toch rijden de zware vee-auto's
er over.
De heer B.R. Dijkstra vraagt of de weg door Oude Leije er
niet onder moet vallen.
De Voorzitter antwoordt, dat de Directeur van Gemeentewer-
ken van oordeel is dat de constructie van de wegen en stiaten,
die niet in het ontwerp-besluit genoemd zijn, zodanig is, dat
daarop zwaar verkeer kan worden getolereerd.
Wethouder Di.jkstra merkt op, dat als de straten in Oude
Leije - evénals in andere plaatsen - eenmaal herstraat zijn,
ze het wel kunnen houden.
Zonder hoofdelijke stemming neemt de Raad het voorstel
aan en stelt het besluit vast volgens bijlage 7.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt aansluiting
van super-onrendabele percelen op de waterleiding.
Dit voorstel luidt als volgt: bijlagen8 en 9.
De heer de Swart stelt vast dat er 115 percelen bij be-
trokken zijn en dat deze de gemeente f 20.920,-- zullen gaan
kosten. Dat is per perceel 182,Spreker vraagt of dit
gemiddelde bedrag op de belanghebbenden wordt verhaald
De Voorzitter beantwoordt deze vraag bevestigend maar
merkt daarbij op, dat de gemeente ook moet bijdragen in e
exploitatie-tekort. Dit laatste staat nu nog niet vast maar
wordt alvast geraamd op f 5000,per jaar.
De heer de Swart begrijpt, dat dit jaarlijkstekort ook
op de mensen verïiaâld zal worden en vraagt of dit 35 ]aar
zal duren.
De Voorzitter verduidelijktdat de gemeente gedurende^
35 iaren het exp'loitatietekort moet garanderen. Dat wil met
zeggen, dat zij al die tijd ook zal moeten betalen, want als
bliikt, dat de exploitatie na verloop van tijd lonend is, zal
er geen bijdrage behoeven te worden betaald terwijl toch de
garantie blijft gelden.
De heer de Swart vraagt tenslotte nog of de bijdrage voor
aile 115 percelen gelijk is.
De Voorzitter antwoordt, dat dit later bezien moet worden.
Greide-bedrijven b.v. hebben meer belang bij de waterleiding
dan uitsluitend akkerbouw-bedrijven. Daarom zal bij de eerst-
bedoelde als factor voor berekening van de bijdrage genomen
kunnen worden de factor land en vee.