- 2 -
Spreker gelooft niet, dat het verstandig is een lange rede
af te steken op de scheiding van het oude en hetnieuwe jaar,
zoals wel eens gebruikelijk is. Enkele dingen, die daarbij
van belang konden zijn komen vanavond nog wel in een ander
verband aan de orde. Daarom wil hij het nu niet lang maken om
straks gelegenheid te hebben op een en ander nader in te gaan.
1. Beëdiging van de heer J. Tolsma als lid van de Raad
De Voorzitter deelt mede, dat van de Gedeputeerde Staten
dezer pFovïhcie bericht is ingekomen, dat tegen de toelating
van de heer Tolsma als raadslid geen bezwaren zijn mgediend
en dat er bij hun Collège geen termen bestaan daaromtrent
ambtshalve uitspraak te doen.
In handen van de Voorzitter legt de toegelatene de zuive-
ringseed en daarna de eed verbonden aan het ambt van raadsli
zoals voorgeschreven is in artikel 45 van de Gemeenteweta
De Voorzitter heet de heer Tolsma hartelijk welkom. Het
is niet voor" "dê~eerste keer dat de heer Tolsma in dit collège
zitting heeft, constateert de Voorzitter en evenmin is het
de eerste maal dat spreker hem als lid van een bestuurscolle
ge meemaakt, omdat hij als lid van het bestuur van de gemeen-
teliike Dienst voor Sociale Zaken al geregeld met hem m aan-
raking kwam. Spreker vindt het daarom prettig dat de heer
Tolsma als opvolger van de heer Terpstra benoemd is tôt lid
van de Raad, hoewel het hem spijt, dat laatstgenoemde zic
om gezondheidsredenen heeft moeten terugtrekken. Spreker is
er zeker van dat het werk in deze Raad Tolsma s voileJ^lang
stelling zal hebben en spreker verwacht dan ook niet ander
dan dat de behartiging van de belangen der gemeente bij
voorop zal staan.
De heer Tolsma dankt de Voorzitter voor diens woorden en
spreekt de ïïÔolTïïit, dat op een vruchtbare samenwerking gere-
kendmag wordenVaAaf de perstrltmne heeft spreker de behan-
deling van gemeentezaken en de discussies daaroyer kunnen
volgen en soms viel het hem gemakkelijker dââr te zitten
in een raadszetel.
2. Notulen.
De notulen van de vergadering van 6 November 1963 worden
onveranderd vastgesteld.
De heer Nijdam vraagt, naar aanleiding van de door hem
ingediende ïfetieT of er kl reacties zijn ingekomen van andere
gemeentebesturen! De door hem ingediende motie is
in die vorm in andere gemeenten aangenomenmaar toch heeft
spreker de stellige rerwachting, dat er toch nog wel enig
resultaat mee bereikt zal worden.
De Voorzitter antwoordt, dat van êën beduidend aantal
gemeentTn aT~bi?icht ingekomen is van adhaesie i
zonden verzoek aan de afdeling Fnesland van de Veremgmg
van Nederlandse Gemeenten.
3. Ingekomen stukken en mededelingen.
De Voorzitter geeft lecture van de navolgende ingekomen
stukken!