- 7 -
Hij staat zeer beslist als tegenstander tegenover deze zaak.
Niet om de verhoging alszodanig, maar om het systeem, dat er
de grondslag van is. Hij weet ook niet waar het gezocht moet
worden om tôt verbetering van het principe te komen. In de
vakverenigingen? Naar sprekers oordeel moest er van tevoren
meer contact zijn tussen de verschillende partijen. Wat dat
betreft staat hij wel wat critisch tegenover de gang van zaken
in de vakbeweging. Een ideale oplossing zou volgens hem zijn
het totaalbedrag van de verhogingen te delen door het aantal
ambtenaren, zodat ieder evenveel kreeg. Voor ieder is het
leven evenveel duurder geworden. Het thans gevolgde systeem
is onbevredigendEr zit geen Christelijk Sociale politiek in
noch een socialistischeVoor spreker is het huidige voorstel
een gewetenszaak. Tegenstemmen geeft de indruk, dat hij tegen
loonsverhoging is. Maar als hij ja zegt zonder meer, datt be-
tekent dat, dat hij accoord gaat met een beginsel waartegen
hij ernstig bezwaar heeft. Procentuele loonsverhogingen maken
de armen armer en de rijken rijker, doch de prijsverhogingen
zijn voor allen gelijk.
De heer B.R. Di.jkstra staat op hetzelfde standpunt. Om de
eigen mensen wil hij de zaak niet laten stranden maar hij ziet
geen mogelijkheid voor een betere oplossing.
De heer de Swart is ook van oordeel, dat de laagst bezol-
digden te weinig worden opgetrokken door deze maatregelen.
Dat stuit hem tegen de borst.
De Voorzitter kan zich het onbehagen, zoals dit bij de
meeste sprekers tôt uiting is gekomen, wel indenken, als
kijken naar de verhouding van de lonen en prijzen. Het spreekt
evenwel nog meer aan als wij de laagste lonen vergelijlcen me
die in het particulière bedrijf. Dit voorstel biedt wel enxge
perspectieven. Het is een bescheiden poging om dit harnas mm
of meer te doorbreken. Spreker kan zich voorstellen, dat men
op een bepaald moment tôt de conclusie komt zijn stem aan het
voorstel te moeten onthouden en dat men neen moet zeggen. De
consequentie daarvan zal zijn, dat de ambtenaren op een be
paald moment helemaal niets beuren en dat de Raad later bak-
zeil moet halen als het genomen besluit wordt vernietigd.
Daardoor worden de mensen, die nu wat kunnen krijgen, van de
onderhavige maatregelen vanzelfsprekend de dupe.
Wethouder Zondervan wijst er op, dat in het particulière
bedrijf de verschillen vaak nog veel verder uit elkaar liggen.
Als men de leeftijdsgrens zou verlagen - wat de heer de Swart
schijnt te willen - bleef er van een systematische opbouw
niets meer over. Overigens voelt hij de bezwaren van de heren
Tolsma en Dijkstra net zo aan als zij, maar men moet erybe-
grip voor hebben, dat de salarisnormen het resultaat zi^n van
het overleg tussen de regering en de vakorganisaties
De Voorzitter heeft ook bedoeld te zeggen dat in de lagere
rangen wezehLijke verbeteringen tôt stand kunnen worden S^~
bracht, ook al zouden we hier en daar graag meer willen doea.
Wethouder Zondervan is verder van mening dat, uit een
sociaal oogpunt bezien, het niet verboden zou kunnen worden
als aan de hoogst bezoldigden niet de voile verhoging wordt
toegekendAls beslist zou worden, wij geven de hogere ambte
naren niet meer dan 5$, dan zou dit uit een oogpunt va^
sociale rechtvaardigheid wèl te verdedigen zijn, maar het zou
natuurlijk niet goedgekeurd worden.