- 8 -
De Voorzitter vreest, dat dit laatste ook het weggaan van
de hogere ambtenaren nadelig zou beinvloeden. Zelfs in de vak
bonden kan niet worden bereikt, dat het euvel hetwelk hier
aan de orde komt, wordt doorhroken.
De heer Tolsma meent dat, als er gezamenlijk een actie
wordt ondernomen, dit meer in zal slaan. Zo iets moet massaal
geheuren.
De Voorzitter is daarvan wel doordrongen. Als wij met el-
kaar ergens vôôr zijn, zal dat meer effect hehben dan wanneer
de inzichten verdeeld zijn. Maar er zijn zoveel dingen waar-
bij dat het geval is. B.v. wij willen geen oorlog en wat werkt
dat practisch uit Spreker had zich kunnen voorstellen, dat
de vakbonden nu eens gekomen waren met het voorstel om de
classificatie per 1 Januari, bij de invoering van de nieuwe
salarisregeling, op te heffen. Spreker vraagt zich wel eens
af wat is in de tegenwoordige tijd meer de taak van de Vak-
organisaties. Indertijd, zo in de eerste jaren na de oorlog,
zijn sterk nivellerende maatregelen doorgevoerd. De verschil-
len tussen hoog en laag zijn toen belangrijk minder geworden.
Er werden vaak salarisverbeteringen ingevoerd van zoveel pro-
cent met een maximum bedrag van zoveel. Op dit moment werkt
men juist de andere kant uit. In hoeverre, is moeilijk vast
te stellen. De strijdgeest blijkt wel wat geluwd in de vak-
organisatiesHet karakter van de vakorganisaties verandert,
volgens spreker.
De heer Poep.jes zegt, dat het niet de eerste keer is dat
de vakorganisaties in dit verband genoemd worden. Tegen de
critiekdie bij die gelegenheden geleverd is, meent hij zich
te moeten verzetten. Zelf loopt hij al te lang mee m de ge-
lederen van de vakorganisatie om niet te weten, wat er m de
boezem daarvan leeft. Doch de vakorganisaties maken de poli-
tiek van het land niet uit. Dat wordt z.i. maar al te vaak
over het hoofd gezien. De drie grootste organisaties zijn het
op dit ogenblik aardig eens met elkaar over de belangrijkste
vraagstukken, die zich in de vakbeweging voordoen. Dat stemt
spreker tôt voldoening en daarom neemthij het verwijt, dat
hier aan het adres van de vakorganisaties geuit is, niet.
Maar wel is het verwijt gerechtvaardigddat wij met voi
doende georganiseerd zijn, vindt spreker.
De heer Zondervan is het met de heer Poepjes eens, dat er
door de vakorganisaties niet méér bereikt is als wel gewens
zou zijn, maar toch is er wel wat bereikt; nu ook weer de
verder doorgevoerde nivellering.
De heer B.R. Dijkstra moet erkennen, dat de vakbonden wel
veel leden hebben maar vaak te weinig strijdbare leden. Een
bezwaar van deze tijd is ook, vindt spreker, dat als het ons
goed gaat, wij weinig van ons laten horen maar, als er een^
tegenslag komt, een grote mond opzetten. Doch onderwijl zor—
gen wij niet dat de klachten daar komen waar zij behoren.
De Voorzitter zegt, misschien de indruk te hebben gewekt,^
dat hiT de vakorganisaties wilde aanvallen, maar dat was met
zijn bedoeling. Toch krijgt spreker steeds meer het gevoel
dat de stem van de gewone leden niet voldoende doorklmkt.
Spreker heeft sterk de indruk, dat de werkwijze van de vak
organisaties uitgemaakt wordt op de centrale bureaux. Hi3 wi
er duidelijk op wijzen dat dit, wat hier nu op tafel ligt, de
instemming heeft van de vakorganisaties en dat is een zeer oe
denkelijke zaak.