- 12 -
Volgno. 112. Brandblusmiddelen.
De heer Ni3da.ni heeft bedoeld op bepaalde plaatsen schuimblusappa-
raten rondoin net vliegveld te installeren.
De Voorzitte_r acht het directe nut hiervan niet groot. Als er wat
gebeurt met vliegtuigbranden kan de basisbrandweer met speciaal mate-
riaal in een minimum van tijd ter plaatse zijn.
Volgno. 134. Kosten Bescherming Bevolking.
De heer Tolsma heeft bezwaren tegen deze post. Niet tegen de post
als zodanig. Hij is 00k niet tegen het nemen van maatregelen bij het
plaats vinden van een catastrofe, maar hij is wel tegen de wijze
waarop de propaganda voor de B.B. gevoerd wordt. Hij zou daarom de
post willen halveren. En laten we dan het geld dat hierdoor vrij
komt besteden b.v. voor de bevordering van de verkeersveiligheid
De heer Nijdam heeft principiële bezwaren tegen de gehele post
als zodanig. Het gehele instituut vindt hij een wassen neus.
De Voorzitter gelooft 00k wel, dat wij met de manier waarop de
B.B. zich aandient niet bijster gelukkig zijn. Bepaalde bezwaren zo-
als de heer Tolsma naar voren bracht, kan spreker wel delen, maar
spreker vindt dat wij te ver gaan als wij beweren datzij nergens
voor deugtSpreker maakt een vergelijking met een chirurg, die hal-
verwege een operatie zegt: "er blijft zo'n lelijk litteken van over
laten wij er maar mee ophouden".
De heer Tolsma vraagt wat er zou gaan gebeuren als in heel veel
gemeenten deze post zou worden afgestemd. Zou men dan bij de leiding
niet tôt de conclusie komen, dat er iets niet klopt? Ziet de Voor
zitter niet een mogelijkheid om de bezwaren ter kennis te brengen
van de autoriteiten die het in de B.B. voor het zeggen hebben, vraagt
spreker
De Voorzitter ziet die mogelijkheid wel. Hij zou dit punt b.v.
ter sprake" kunnen brengen in een vergadering van de kringraad, maar
hij weet bij voorbaat niet of dat wel naar de top zal doordringen.
Daarom ziet spreker er meer nut in maar in het gareel mee te lopen.
Men moet toch met de mensen werken, die er deel van uitmaken, weten-
de dat er toch 00k heel wat nuttig werk gedaan kan worden.
De heer Nijdam heeft de overtuiging dat de propaganda misleidend
is. De mensen worden vertrouwd gemaakt met de idee het zal ailes nog
wel wat meevallen. Maar als men dan de grote koppen leestin de ver-
schillende bladen welke verschrakltelijke gevolgen een atoom-oorlog
zal hebben, dan weet men zeker dat van enige bescherming van de bur-
gerbevolking geen snars terecht kan komen.
De Voorzitter merkt op, dat men de B.B. niet alleen moet zien als
een instituut dat slechts een taak heeft in tijden van oorlog, maar
meer als een lichaam, dat ingezet kan worden bij grote rampen. En
wij weten uit ons jongste verleden dat er zo maar rampen kunnen ge
beuren. Als men de B.B. in dat licht beziet is zij meer acceptabel.
Dan weet men dat er toch een organisatie is, die op een bepaald mo
ment iets doen kan. Spreker kan 00k niet zeggen of men in geval van
oorlog wel iets aan de B.B. zal hebben.
De heer Soepboer wil deze dienst niet uit de weg hebben. Hij kan
00k niet bezien weTke hiaten er zijn. Maar als er inderdaad wat aan
de organisatie als zodanig mankeert, kan /de vereniging van Nederland-
se Gemeenten niet wat ondernemen? dan