- 4 -
Artikel 18.
Indien het bedrag dat tôt grondslag heeft gestrekt voor de berekening van
het pensioen, nadat daarop artikel 40, tweede lid, is toegepast, lager is
dan f 5000,wordt het met toepassing van de vorige artikelen berekende
bedrag van het algemeen ouderdomspensioen dat ingevolge artikel 16 gerekend
wordt deel uit te maken van het bedrag van het pensioen, vermenigvuldigd met
een breuk, waarvan de teller is eerstbedoeld bedrag en waarvan de noemer is
f 5000, a De uitkomst van deze vermenigvuldiging vormt in dat geval het be
drag, dat krachtens artikel 16 gerekend wordt deel uit te maken van het be
drag van het pensioen»
Artikel 19°
1° Indien een pensioen is toegekend aan een gehuwde vrouw, die geen zelfstan-
dig recht heeft op een algemeen ouderdomspensioen noch duurzaam gescheiden
van haar echtgenoot leeft, wordt eerstbedoeld pensioen, mits zij 65 jaar
of ouder is, voor de toepassing van dit hoofdstuk geacht aan haar echtge
noot te zijn toegekend»
2. In het geval bedoeld in het vorige lid, wordt voor de toepassing van arti
kel 16 uitgegaan van het algemeen ouderdomspensioen, bedoeld in artikel 8,
eerste lid, van de Algemene Ouderdomswettenzij en voor zover het volgend
artikel toepassing vindt»
Artikel 20»
1. Indien in het geval, bedoeld in artikel 19» eerste lid, aan de echtgenoot
tevens een pensioen als bedoeld in artikel 15» eerste lid, onder b, is
toegekend en de diensttijd waarnaar de pensioenen zijn berekend geheel of
gedeeltelijk samenvalt, overschrijdt het totaal van de volgens de voorgaan—
de artikelen voor elk pensioen berekende bedragen van het algemeen ouder
domspensioen voor zover dit geacht kan worden betrekking te hebben op
een tijd, overeenkomende met evenbedoelde samenvallende diensttijd niet
het bedrag van het algemeen ouderdomspensioen dat geacht kan worden be
trekking te hebben op een tijd overeenkomende met meerbedoelde samenval
lende diensttijd.
2. Indien een overschrijding als bedoeld in het vorige lid plaats zou vinden
wordt het voor ieder pensioen volgens de voorgaande artikelen berekende be
drag van het algemeen ouderdomspensioen voor zover betrekking hebbende op
samenvallende diensttijd, als bedoeld in het vorige lid, verminderd tôt
een zodanig deel van het bedrag van het algemeen ouderdomspensioen, be
doeld aan het slot van het vorige lid, als elk onverminderd bedrag zich
verhoudt tôt de som van die bedragen.
3» Indien aan belanghebbende pensioen, bedoeld in artikel 15» eerste lid,
onder b, en tevens een ander pensioen, als bedoeld in artikel 10, tweede
lid, is of geacht wordt te zijn toegekend, vinden de vorige leden over-
eenkomstige toepassing met dien verstande dats
a. indien het betreft pensioenen, toegekend krachtens de Pensioenwet voor
het personeel der Koninklijke marinereserve 1923 of de Pensioenwet voor
het reservepersoneel der landmacht 1923» voor de toepassing van dit
artikel niet als diensttijd geldt de tijd, welke krachtens de artikelen
15 van genoemde wetten met vier per mille van de pensioengrondslag is
vergolden^
b. indien de som van de diensttijd waarnaar de pensioenen zijn of geacht
worden te zijn berekend, 40 jaren overschrijdt, deze overschrijding
geacht wordt samenvallende diensttijd te zijn voor zover deze overschrij—
ding meer bedraagt dan de samenvallende diensttijd bedoeld in het eerste
lid»
Artikel 21
1 Op schriftelijk verzoek van degene die aantoont dat uit hoofde van zijn
recht op algemeen ouderdomspensioen een vermindering plaats vindt van enig
ander pensioen dan bedoeld in artikel 20, derde lid, wordt het bedrag van
die vermindering voor zoveel mogelijk in mindering gebracht op het bedrag