- 8 - Artikel 34» 1o Voor een belanghebbende die tevens recht op een algemeen ouderdomspen- sioen heeft, wordt daarvan het bedrag dat geacht kan worden betrekking te hebben op een tijd, overeenkomende met de diensttijd waarnaar haar pensi- oen geacht wordt te zijn berekend, gerekend deel uit te maken van het be drag van haar pensioen. 2. Ten aanzien van haar die op het tijdstip met ingang waarvan voor haar recht op algemeen ouderdomspensioen ontstaat, reeds recht op pensioen heeft, vindt het vorige lid toepassing met ingang van de eerste van de maand waarin het recht op algemeen ouderdomspensioen is ontstaan, of zoveel later als het pensioen is ingegaan. Artikel 35» Voor de toepassing van artikel 34 geldt het volgende. 1e. Indien het pensioen is afgeleid van een eigen pensioen wordt als dienst tijd, waarnaar het pensioen geacht wordt te zijn berekend, aangemerkt de diensttijd, tôt een maximum van 20 jaren, waarnaar evenbedoeld eigen pen sioen is berekend, met overeenkomstige toepassing van artikel 17» 2e. Indien het pensioen, niet zijnde een eigen pensioen bedoeld in artikel 33» tweede lid, niet is afgeleid van een eigen pensioen, wordt het pensioen geacht te zijn berekend naar een diensttijd van 40 jaar, met overeenkom stige toepassing van artikel 17» 3e. De artikelen 16, derde lid, 17» onder 1e, 1820, derde lid, 21 en 22 vinden overeenkomstige toepassing met dien verstande, dat voor de toe passing van artikel 17 onder 1e onder belanghebbende wordt verstaan dege— ne aan wiens overlijden het recht op pensioen wordt ontleend. par. 2. Het verband tussen het pensioen_en_pensioen of uitkering hrachtens de AÏgemene Weduwen- en Wezenwet. Artikel 36. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder: a. een algemeen weduwenpensioen: een weduwenpensioen en een tijdelijke weduwenuitkering, als bedoeld in de AÏgemene Weduwen- en Wezenwet5 b. een algemeen wezenpensioen: een wezenpensioen, als bedoeld in evengenoem- de wetj c. een pensioen: een weduwenpensioen of een wezenpensioen toegekend krachtens deze verordening. Artikel 37° 1Voor een belanghebbende die tevens recht op een algemeen weduwenpensioen of een algemeen wezenpensioen heeft, wordt daarvan het bedrag dat geacht kan worden betrekking te hebben op een tijd, overeenkomende met de dienst tijd, waarnaar het pensioen geacht wordt te zijn berekend, gerekend deel uit te maken van het bedrag van laatstbedoeld pensioen. 2. Ten aanzien van hem die op het tijdstip met ingang waarvan voor hem recht op algemeen weduwenpensioen of algemeen wezenpensioen ontstaat, reeds recht op pensioen heeft, vindt het vorige lid toepassing met ingang van de eerste van de maand waarin het recht op algemeen weduwen- of wezenpen sioen is ontstaan, of zoveel later als het pensioen is ingegaan. Artikel 38. Voor de toepassing van artikel 37 geldt het volgende. 1e. Het algemeen weduwenpensioen en het algemeen wezenpensioen worden geacht betrekking te hebben op het tijdvak, liggende tussen de tijdstippen, waar— op degene aan wiens overlijden het recht op pensioen wordt ontleend, de leeftijd van 15 jaar heeft bereikt en die van 65 jaar heeft of zou hebben bereikt

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1965 | | pagina 157