- 5 -
b. de eerste 10 jaren na de oprichting wordt aan de gasgemeenten een minimum
uitkering gegarandeerd onafhankelijk van de bedrijfsuitkomsten van het
nieuwe bedrijf. Deze uitkering is gebaseerd op de gemaakte, zo nodig ge-
corrigeerde, winst in de "gasgemeente" naar het gemiddelde in de drie
jaren vôôr de oprichting van de N.V., welk bedrag ieder jaar met 10% wordt
verminderd;
c. indien de winst meer bedraagt dan het totaal van de krachtens a aan de
"gasgemeenten" uit te betalen bedragen, dan wordt behoudens eventuele
reserveringen het resterende gedeelte als dividend aan de aandeelhouders
uitgekeerd. Deze resterende uitkering is dus afhankelijk van het aantal
aandelen dat iedere gemeente in de N.V. bezit.
Het vorenstaande houdt in dat de winsten van de bestaande bedrijven zoveel
mogelijk worden gegarandeerd gedurende de période dat het nieuwe bedrijf nog
in een opbouwstadium verkeert, terwijl voorts van de te maken winst de gas
gemeenten in de eerste plaats hun deel krijgen.
Dit lijkt ons ook voor de niet-gasgemeenten een aanvaardbare regeling. Het
is te verwachten, dat ook deze gemeenten een winstuitkering kunnen krijgen,
wanneer de opbouw van het bedrijf voltooid is.
Het is naar ons inzicht duidelijk dat de provinciale gascommissie bij het
opstellen van haar adviezen de belangen van de gasgemeenten in geen enkele
opzicht uit het oog heeft verloren. Het is volstrekt niet uitgesloten, dat
een provinciaal werkend bedrijf voor de bestaande gasbedrijven mogelijkheden
schept tôt grotere winsten dan thans wordt voorzien. Elke voorspelling heeft
onder de huidige omstandigheden betrekkelijke waarde. De gemeentebesturen zul-
len bereid moeten-zijn deze zaak in groter verband, los van het eigen territoir,
te bezien en over mogelijke financiële bezwaren heen moeten willen stappen.
Exploitatiebegroting»
De exploitatiebegroting van het Fries gasbedrijf voor 1970 die naar onze
mening met veel zorg is samengestàd, laat zien dat in 1970 een exploitatie-
overschot van f 2.000.000,wordt verwacht. Deze begroting is gedateerd
13 november 1964» De toeneming van het gasverbruik sindsdien wettigt de ver-
onderstelling, dat de geraamde winst niet aan de hoge kant is en dat integen-
deel - bij overigens gelijk blijvende omstandigheden een veel hogere winst
mag worden verwacht.
Naar onze mening is de begroting zo reëel mogelijk opgezet en geeft zij vol-
doende vertrouwen in een gezonde financiële basis van het te stichten bedrijf.
Door de commissie S(amenwerking) R(egionale) O(rganen) G(asvoorziening)
S.R.O.G. wordt gewerkt met een normwinst van f 5>per aansluiting en 2.5%
van de omzet. De door de provinciale gascommissie geraamde winst is ruim
tweemaal zo groot als de hierboven bedoelde normwinst van de S.R.O.G.
Inbreng van het gasbedrijf van Heerenveen.
Hetgeen in het vorenstaande is vermeld met betrekking tôt de gasgemeenten in
het algemeen geldt uiteraard ook voor het eigen bedrijf. Wij hebben het volste
vertrouwen dat - indien conform de door de provinciale gascommissie geprodu-
ceerde stukken een Fries gasbedrijf tôt stand komt - het gasbedrijf te Heeren
veen ook in de toekomst tenminste dezelfde winstmogelijkheden zal hebben als
thans het geval is. In dit opzicht behoeft er geen enkelbezwaar te bestaan
tegen overdracht van het bedrijf aan het op te richten Fries gasbedrijf.
Wij zouden tenslotte ons oordeel over deze zaak in de volgende punten willen
samenvatten.
1een maximale economische en sociaal economische benutting van het aardgas
voor het grootst mogelijk deel van de bevolking van Friesland kan slechts
worden bereikt door oprichting van een provinciaal werkend Fries gasbedrijf
en niet door uitbouw van de bestaande streekbedrijven, respectievelijk
oprichting van nieuwe gemeentelijke bedrijven;