Mo. 16
De raad der gemeente LEEUWARDERADEEL
gezien het verzoek van het "bestuur van de Woningstichting "Leeuwarden—
Leeuwarderadeel"gevestigd "te Leeuwarden, d.d. 3 augustus j.l., bij
Koninklijk Besluit van 10 maart 19H, no. 17, toegelaten als instelling,
uitsluitend in het belang van de verbetering der volkshuisvesting werk—
zaam, om;
a. voorschotten uit de gemeentekas voor de bouw van 10 woningwetwoningen
te Cornjums
b. bijdragen in de ongedekte jaarlijkse kosten, voortspruitende uit de
exploitatie van deze woningenf
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 augustus 19655
overwegendedat aan woningen, als genoemde instelling zich voorstelt te
bouwenin de gemeente inderdaad grote behoefte bestaat en dat binnen
afzienbare tijd niet is te verwachten dat van particulière zijde in deze
behoefte zal worden voorzien^
gelet op de artikelen 60 en 67 van de Woningwetop het Woningbesluit en
op de Beschikking bijdragen woningwetbouw 1950s
besluit
A. Onder voorbehoud van toezegging van de door de gemeente van het Rijk
te vragen geldelijke steun;
I. Aan bovenvermelde instelling tegen een rente, die de gemeente voor
het onderhavige doel aan het Rijk moet betalen, welke rente voorshands
4% per jaar bedraagteen tweetal voorschotten uit de gemeentekas te
verstrekken voor de financiering van de stichting van tien woningwet
woningen te Cornjum, t.w.:
1e. een grondvoorschot van ten hoogste vijf en vijftig duizend zes honderd
vier en dertig gulden en tachtig cent 55«634,80)5
2e. voor de bouw van bovenbedoelde woningen een bouwvoorschot van ten
hoogste twee honderd tien duizend êén honderd ëén en zeventig
gulden 210.171,
zulks onder de volgende voorwaardens
a. voor rente en aflossing van het grondvoorschot en het bouwvoorschot,
moeten door du instelling aan de gemeente jaarlijks gedurende 75 res-
pectievelijk 50 jaren annuiteiten worden voldaan, groot 4,223% respec-
tievelijk 4,656% van de werkelijk verleende voorschotten, hiervoor
genoemd onder I sub 1e en 2e3
b. de annuïteiten onder a bedoeld, zullen voor de eerste maal vervallen
op de dagen, nader door burgemeester en wethouders te bepalen, in
verband met het tijdstip of de tijdstippen, waarop de voorschotten
zullen zijn uitbetaaldj
c. bij faillissementof bij ontbinding of opheffing der instelling,
alsmede indien de voorwaarden, waaronder de voorschotten zijn verleend,
niet worden nageleefd, worden de voorschotten of de onafgeloste ge-
deelten daarvan terstond opvurderbaar^
d. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen der instelling,
zonder goedkeuring van burgemeester en wethouders, of anders van
gedeputeerde staten, zal het bestuur aan de gemeente verbeuren een
bedrag van tweeduizend gulden 2.000,waarvoor de leden van het
bestuur, die aan het besluit tôt vervreemding of bezwaring hebben mede-
gewerkt of zich daartegen niet hebben verzet, 00k na hun aftreden als
bestuurslid hoofdelijk ieder voor het geheel aansprakelijk zullen zijn|