OVEREENKOMST VAN GELDLENING
De ondergetelcendens
1. De Naamloze Vennootschap BANK VOOR NEDERLANDSCHE GEMEENTENgeves-
tigd te s-Gravenhagete dezer zake vertegenwoordigd door
2» De gemeente LEEUWARDERADEEL te dezer zake vertegenwoordigd door
haar burgemeesterde heer
handelende ingevolge het besluit van de gemeenteraad van 25 juni
1965, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten der provincie Priesland
bij besluit van
verklaren het volgende te zijn overeengelcomens
A. De N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten, hierna te noemen "geldgeefster",
zal aan de gemeente Leeuwarderadeelhierna te noemen ''geldneemster1'ter
leen verstrekken en deze zal bij geldgeefster ter leen opnemen op 30 juni
1965 een som van 500.000,— VIJFHONDERDDUIZEND GULDEN) tegen de koers van
99^, onder beding, dat, met inaohtneming van de hierna omschreven "bepalingen"
voormeld nominaal bedrag zal worden teruggegeven.
De uitbetaling zal geschieden tegen afgifte door geldneemster aan geldgeefster
van een schuldbekenteniswaarin verwezen wordt naar deze akte en vermeldende
de valutadatum, waaronder de rekening van geldneemster bij geldgeefster voor
het leningsbedrag zal x«)rden gecrediteerd.
B. De lening zal onderworpen zijn aan de volgende
b e p a 1
e n
Artikel 1Geldneemster zal over het onafgeloste nominale bedrag der lening be-
talen een tegen vijf en zeven/achtsten ten honderd per jaar te berekenen
rente, te voldoen op 30 juni en 31 december van elk jaar, voor het eerst op
31 december 1965°
Bij de berekening van de rente zal elke maand op dertig dagen en elk jaar
op driehonderd zestig dagen worden gesteld.
Artikel 2. Geldneemster zal het bedrag der lening aflossen in 25 jaren en wel
in de jaren 1966 tôt en met 1990 f 20.000,— per jaar.
De aflossingstermijnen zullen worden voldaan op 30 juni van elk jaar.
Artikel 3. Algehele of gedeeltelijlce extra-aflossing der lening zal tôt 30 juni
1975 zijn uitgesloten; met ingang van laatstgenoemde datum zal geldneemster
uitsluitend op de aflossingsverschijndagen extra mogen aflossen, doch
slechts tegen betaling van een vergoeding van één en een half ten honderd
van het extra af te lossen bedrag, indien de aflossing plaats vindt vôôr
30 juni 1980, terwijl zulks gedurende de verdere looptijd der lening slechts
mogelijk zal zijn tegen betaling van een zodanige vergoeding, berekend naar
één ten honderd van het extra af te lossen bedrag.
Geldneemster zal van haar voornemen tôt extra—aflossing der lening, tenminstc
zes maanden tevoren aan geldgeefster schriftelijk kennis geven. Deze kennis—
geving is onherroepelijk en verplicht geldneemster op de gestelde datum de
extra aflossing te doen.
De bedragen overeenkomstig dit artikel extra afgelost, zullen gerekend wor
den allereerst te zijn betaald in mindering van de laatste aflossingstermijn
daarna van de voorlaatste en zo vervolgens.
1 n