2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel is de houder van een hond, die zich vôôr 1 juli van een belastingjaar in deze gemeente vestigt en die in de gemeente van herkomst voor dezelfde hond over dit gedeelte van het belastingjaar hondenbelasting verschuldigd is, de belasting over dat jaar slechts voor de helft verschuldigd. In het geval de houder van een hond zich in de tweede helft van een belasting- jaar in de gemeente vestigt, zalwanneer hij in de gemeente van herkomst over dit tijdvak belasting verschuldigd is, over dit gedeelte van dat jaar geen be lasting worden geheven. Artikel 11 Ontheffing. 1. Indien tussen 1 januari en 1 juli van het belastingjaar de belastingplichtige ophoudt houder van een hond te zijn, doordat het dier is gestorven, het dier voorgoed de gemeente heeft verlaten of in andere handen is overgegaan, zonder dat in de loop van hetzelfde belastingjaar opnieuw belastingplicht intreedt, wordt voor de helft van de voor de hond geheven belasting, ontheffing gegeven, mits vôôr 15 juli van het belastingjaar, of indien het belastingbiljet een latere dagtekening heeft dan 30 juni van het belastingjaar, binnen 14 dagen na die dagtekening, een verzoekschrift daaromtrent bij burgemeester en wethouders is ingediend. 2. Ingeval de belastingplichtige is aangeslagen voor meer dan één hond, bedraagt de ontheffing als bedoeld in het eerste lid van dit artikel de helft van het bedrag, hetwelk voor elk van die honden is verschuldigd. Het bedrag van de ontheffing wordt in dit geval berekend naar rato van het aantal honden, dat op 1 juli nog wordt gehouden. Artikel 12 Amb t shalve_vermindering Onjuist vastgestelde aanslagen kunnen ambtshalve worden verminderd of vernietigd zo lang niet sedert de aanvang van het belastingjaar drie jaren zijn verstreken. Artikel 13 Navordering. 1. Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden, dat ten onrechte is afge- zien van het vaststellen van een aanslag, dan wel een aanslag ten onrechte is vernietigd of verminderd of een te lage aanslag is opgelegd, kan de te weinig geheven belasting worden nagevorderd, zolang niet sedert de aanvang van het belastingjaar drie jaren zijn verstreken. 2. Het na te vorderen bedrag wordt met het tweevoud daarvan verhoogd, tenzij op grond van dwaling, verschoonbaar verzuim of niet aan de belastingplichtige te wijten oorzaken, redenen aanwezig zijn om deze verhoging niet toe te passen. Artikel 14 Kohieren. 1. Van de aanslagen van hen die volgens de voorafgaande bepalingen/vl'rscfiufifi^S^ zijn, worden kohieren opgemaakt en door burgemeester en wethouders vastgesteld. 2. De aldus vastgestelde kohieren worden ter invordering aan de gemeente-ontvanger toegezonden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1965 | | pagina 181