Artikel 4, 1 Jca.arli.jks in de maand ja.nua.pi wordt door de directeur van gemeentewerkenaan burgemeester en wethouders een opgaaf verstrekt van de namen der eigenaren en gebruikers van percelen, die van de in artikel 2, sub A, onder 3 en 4 omschreven diensten gebruik rnaken. 2, De opgaaf wordt ingericht naar een door burgemeester en wethouders vast te stellen model. 3. Jaarlijks v66r 1 april wordt door burgemeester en wethouders een lijst_van belastingplichtigen opgemaakt, welke lijst aile voor de invordering der rechten nodige gegevens moet bevat- ten. In de loop van het belastingjaar worden zo nodig aan— vullingslijsten opgemaakt. Artikel 3. De in artikel 4 bedoelde lijsten worden gesteld in handen van de gemeente- ontvanger, die binnen een maand na ontvangst ieder belastingplichtige schriftelijk kennis geeft van het door hem ver- schuldigde, overeenkomstig het door burgemeester en wethouders vast te stellen model. Artikel 6. De rechten voor de diensten, genoemd in artikel 2, sub A, onder ©n 5 dlsmede di©, omscliPGVGn sub C? D gh E, wopd©n g©ind door de gemeente-ontvanger telkens na daartoe ontvangen opdracht van burgemeester en wethouders. Artikel 7. 1. De rechten, waarvan door burgemeester en wethouders lijsten worden opgemaakt, worden-in één termijn, binnen 4 maanden na de dagtekening vermeld in het aanslagbiljetvoldaan. 2. Indien de aanslag méér dan f, 29.bedraagt kunnen de rechten m twee termijnen worden voldaan, waarvan de eerste termijn vervalt 3 maanden en de tweede termijn 6 maanden na de dagteke ning vermeld in het aanslagbiljet Artikel 8. 1. Bij nalatigheid in het tijdig betalen der verschuldigde rech- "teu goschiedt d© iuvord©ping ovGPGGnkoins*fcig d© voorschrif"fcGn van de artikelen 291 tôt en met 295 der gemeentewet, 2. Verschuldigde bedragen, waarvan de invordering niet heeft kun nen pl iats hebben, kunnen door de Raad oninvorderbaar worden verklaard Artikel 9. Het belastingjaar loopt van 1 januari tôt en met 31 december.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1965 | | pagina 195