- 3 - 17. wanneer zij wordt gevraagd voor een localiteit, waann een andere winkel nering of het bedrijf van kapper of barbier wordt uitgeoefend, loten worden verkocht in de Nederlandsche Staatsloterij of in een andere lotenj, of voor een localiteit, die met zodanige localiteit binnenshuis gemeenschap Onder andere winkelnering wordt, behalve voor zoveel betreft een slijcver- gunning, niet verstaan het bedrijf van restaurateur, hôtel-, stalhouder en dat van de houder van een verlof A of een verlof 18. wanneer de verzoeker of een bewoner van het huis, waann hij sterke drank in het klein wenst te verkopen, tolgaarder, brugwachter, brugwaker, brug knecht, sluiswachtersluismeestersluisknecht, scheepsbevrachtersteve dore of sleepagent is, of wanneer de verzoeker een betrekkmg m dienst van een publiekrechtelijk lichaam bekleedt, krijgsman in werkelijke dienst m de zin van artikel 25 der Gemeentewet is of lid is van een collège van burgemeester en wethouders of van Gedeputeerde Staten$ 19. wanneer bij het verzoek om een vergunning ingevolge artikel 8, tweede lie, blijkt, dat éên der beide vergunningen, waarvan afstand is gedaan, stond ten nare van de verzoekerj 20. wanneer de verzoeker is de tussenpersoon voor iemand, die in een der onder 12e.-l6e., 18e en 19e vermelde gevallen verkeert. De ene echtgenoot wordt steeds geacht tussenpersoon te zijn voor do andere echtgenootzolang de echtgenoten samen wonen. Voor wat betreft het maximum aantal vergunningen zij hierbij vermeld, dat inge volge het bepaalde in artikel 5 van de wet op grond van het aantal mwoners het maximum voor deze gemeente 20 zou bedragen. Op voorstel van de gemeenteraad is evenwel bij Koninklijk besluit het maximum naderhand bepaald op 5. Voor de uitvoering van de wet dient derhalve met dit aantal te worden gewerkt. Dit zogenaamde "kroonmaximum" kwam tôt voor kort overeen met het werkelijk aantal vergunningen in de gemeente en in verband daarmede is het jarenlang niet mogelijx geweest nog een vergunning te verlenen. Trouwens aan een dergelijke vergunning heeft blijkbaar 00k nooit behoefte bestaan, gelet op het feit dat geen narnen van belanghebbenden op de lijst van candidaatvergunninghouders voorkomen. Nu is het zo dat door het vertrek van de heer S.K. van Dijk te Cornjum en het in verband daarmede staken van de drankverkoop door deze vergunnmghouder ge- durende een langere ternijn dan drie maanden, de betreffende vergunning moest worden ingetrokken, waarvoor derhalve een vergunning beschikbaar is. Uitdrukkelijk willen wij hierbij stellen, dat deze intrekking geen verband houdt met de in de vragen van de heer Nijdam bedoelde vergunningsaanvraag voor het cafe "Het Haantje". Het is wel zo, dat thans een vergunning beschikbaar is en dat 00k een aanvraag om een vergunning is ingekomen. Deze laatste aanvrage moet uiteraard nog :ki de wet worden getoetst. Van toezeggingen van de zijde van burgemeester en wethouders omtrent het al of niet verlenen van de gevraagde vergunning kan derhalve geen sprake zijn. Na op- somming van de weigeringsgronden in de wet behoeven wij er evenmin op te wijzen dat geruchten of vermoedens ons geen aanleiding kunnen geven tôt weigering. Het collège van burgemeester en wethouders is volledig gebonden aan de wettelijke bepalingen. Op een ander aspect van deze zaak willen wij tenslotte nog ingaan. Zouls U bekend is op grond van de algemene politieverordening een sluitingsuur voor tapperijen e.d. van kracht, welk sluitingsuur is bepaald op 11.00 uur 's avonds tôt 7.00 uur des morgens.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1966 | | pagina 101