Nr. 66/ 13 De raad der gemeente LEEUWARDERADEEL; gezien het advies van de commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken d.d. 11 februari 1966; gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 februari 19665 b e s 1 u i t a. in te trekken zijn besluit van 31 maart 1958 tôt vaststelling ener "Regeling voor het toekennen van een toelage aan ambtenaren in dienst dezer gemeente, ter tegemoetkoming in de kosten verbonden aan de studie voor vakexamens", zoals deze regeling is gewijzigd bij zijn besluit van 11 september 1961 b. vast te stellen de volgende; VERORDENING voor het toekennen van een tegemoetkoming in studie- kosten aan ambtenaren in dienst der gemeente Leeuwarderadeel. Artikel 1 Burgemeester en wethouders kunnen aan ambtenaren in vaste- of tijdelijke dienst en aan hen die op arbeidscontract bij de gemeente werkzaam zijn, op hun verzoek een tegemoetkoming toekennen in studiekosten. Artikel 2. De mate van de tegemoetkoming is afhankelijk van de aard van de opleiding. De op- leidingen worden te dien aanzien in twee groepen verdeeld: a. niet op de gemeentedienst gerichte algemene opleidingen en andere opleidingen, welke als een vooropleiding moeten worden beschouwdf b. op de gemeentedienst gerichte opleidingen en andere opleidingen, welke voor de gemeentedienst van rechtstreeks belang zijn. Artikel 3» De tegemoetkoming bedraagt: voor de opleidingen, bedoeld in artikel 2, sub a, ten minste 25% en ten hoogste 50% van de studiekosten; voor de opleidingen, bedoeld in artikel 2, sub b, ten minste 75% van de studiekosten. Artikel 4» Onder "studiekosten" worden voor de toepassing van deze verordening verstaan de gel- den, verschuldigd voor het volgen van een cursus, een school of andere opleiding, de in verband met de studie noodzakelijke reiskosten berekend naar de laagste lias van interlokaal vervoer, de kosten van naar het oordeel van burgemeester en wethou ders noodzakelijke studieboeken en het examen- en diplomageld. Artikel 5» De tegemoetkoming wordt toegekend voor een door burgemeester en wethouders bij de toekenning te bepalen termijn, welke wordt berekend naar de in verband met het examen-programma voor het behalen van het desbetreffende diploma normaal te achten duur van de studie. Artikel 6. Tenzij zulks op grond van persoonlijke omstandigheden redelijkerwijze niet van hem kan worden verlangd, is de ambtenaar, aan wie een tegemoetkoming is toegekend, ver- plicht zich aan het einde van de ingevolge artikel 5 bepaalde termijn aan het eerst- volgende voor zijn studie geldende examen te onderwerpen en de uitslag van dit examen onder overlegging van de hem eventueel verstrekte puntenlijst, ter kennis van burgemeester en wethouders te brengen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1966 | | pagina 43