No. 66/19 De raad der gemeente LEEUWAEDERADEEL; gezien het voorstel van burgemeester en wethoudefs d.d. 1 maart 1966 no. 27j gelet op het bepaalde in de artikelen 171 en 228 der gemeentewetj b e s 1 u i t aan Fina Nederland N.V. te s-Gravenhage in erfpacht uit te geven een tweetal percelen grond, deel uitmakende van de kadastrale percelen gemeente Jelsum, sectie A, nos. 641 en 726 en sectie B, no. 1427» met een totale oppervlakte van 1372 m2, zoals is aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening, voor een tijdvak van 40 achtereenvolgende jaren, tegen een jaarlijkse canon van f 1340,24 (één duizend drie honderd veertig gulden en vier en twintig cent) en voorts onder de navolgende bepalingen en bedingens 1het tijdvak, waarvoor het erfpachtsrecht wordt verleend, gaat in op de datum van de uit dit besluit voortvloeiende akte 5 2. de canon moet over kalenderjaren worden voldaan bij vooruitbetaling, voor de eerste maal op de datum van de sub 1 bedoelde akte, zonder enige kosten, korting, inhouding of vergelijkings met name is de erfpachtster niet gerech- tigd de korting, bedoeld in artikel 48 van de wet 26 mei 1870 (S. nr. 82) toe te passent aan het begin en het einde van de erfpachtstermijn wordt de canon over een gedeelte van een jaar naar evenredigheid berekend| 3. gedurende de uitgiftetermijn zal telkens na afloop van een période van 10 jaren de canon kunnen worden herzien; de nieuwe canon moet aan de erfpachtster worden meegedeeld minstens één jaar véér het verstrijken van voormeld tijdvak van 10 jaren§ de gewijzigde canon moet binnen 3 maanden na de vorenbedoelde mededeling bij notariële akte worden vastgelegd| 4. a. het onroerend goed wordt in erfpacht uitgegeven in de staat, waarin het zich bij het verlijden van de erfpachtsakte bevindt, vrij van hypothécaire in- schrijvingen en van beslagen, doch overigens met aile daaraan verbonden heersende en lijdende erfdienstbaarheden, rechten en lasteni de gemeente is tôt generlei vrijwaring gehouden| verschil tussen de werkelijke en de hier- voor opgegeven grootte van het in erfpacht uit te geven onroerend goed zal geen aanleiding geven t>t enigerlei rechtsvordering, hoe 00k genaamd^ b. de grondbelasting en aile verdere zakelijke lasten, welke van het in erf pacht uit te geven onroerend goed geheven worden, komen voor rekening van de erfpachtster van de sub 1 bedoelde datum afj 5. de erfpachtster is verplicht het op de grond op te richten benzinestation met toebehoren behoorlijk te onderhoudenj zij is niet gerechtigd de bestemming van het onroerend goed te veranderen| 6. bij overtreding of niet-nakoming door de erfpachtster van het hiervoor onder 2 tôt en met 5 bepaalde zijn burgemeester en wethouders gerechtigd om: a. de erfpachtster te noodzaken tôt nakoming van zijn verplichtingen of tôt herstel van hetgeen in strijd met het vorenstaande is verricht| b. de verplichtingen van de erfpachtster of de herstelling, verandering of ver- wijdering van hetgeen in strijd met het vorenstaande is verricht door of vanwege de gemeente op kosten van de erfpachtster te doen nakomen of uit- voerenj c. het erfpachtsrecht als vervallen te beschouwen, een en ander onverminderd het recht om vergoeding te vorderen van kosten, scha- den en interessenj 7. bij overtreding, niet-nakoming of niet-voldoening door erfpachtster van of aan enige in dit besluit opgenomen bepaling, zal hij in gebreke zijn door het enke- le feit van de overtreding, niet-nakoming of niet-voldoening zelve of door het enkele verloop van de bepaalde termijn, zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereistj

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1966 | | pagina 83