No. 66/26
De raad der gemeente LEEUWARDERADEEL
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 1966;
"b e s 1 u i t
vast te stellen de navolgende verordening:
VERORDENING tôt wijziging van de Uitkeringsverordening.
Artikel I.
Artikel 1, lid 1, sub c van bovengenoemde verordening wordt gelezen alsvolgt:
"diensttijd": de aan het ontslag voorafgaandein overheidsdienst doorgebrachte
"tijd, welke in aanmerking komt voor de berekening van pensioen krachtens de Alge-
"mene burgerlijke pensioenwet of alszodanig zou komen, wanneer die tijd door in-
"koop of door een verzoek als bedoeld in artikel D2 van genoemde wet voor pensioen
"geldig zou zijn verklaard, een en ander met dien verstande, dat:
"1. indien de diensttijd wegens verleend ontslag onderbroken is geweest, de tijd
v6or de onderbreking slechts medetelt, indien de onderbreking niet langer dan
een maand heeft geduurd;
"2. diensttijd, die in aanmerking is genomen bij de berekening van de duur van
wachtgeld, of een daarmede gelijk te stellen uitkering wegens onvrijwillige
werkloosheid, ten laste van de overheid, dan wel in aanmerking is genomen voor
de berekening van een pensioen krachtens de Algemene burgerlijke pensioenwet
niet wordt medegeteld;
"3. diensttijd in een betrekking, waarin de belanghebbende voor zijn ontslag
krachtens het bepaalde in artikel B7 van de Algemene burgerlijke pensioenwet
geen ambtenaar in de zin dier wet was, niet als diensttijd wordt aangemerkt;
"4. tijd, als bedoeld in artikel D3 van de Algemene burgerlijke pensioenwet niet
wordt medegeteld."
Artikel II.
Artikel 1, lid 1, sub d wordt gelezen alsvolgt:
"laatstelijk genoten beloning":
"voor de belanghebbende als bedoeld in artikel 2, onder a: de op de dag voor het
"ontslag genoten bezoldiging als bedoeld in artikel 16, lid 1 van het Algemeen
"Ambtenarenreglementvermeerderd met het percentage als bedoeld in artikel 25a,
"tweede lid van dat règlement;
"voor de belanghebbende als bedoeld in artikel 2, onder b: het op de dag voor het
"ontslag genoten loon, vermeerderd met het percentage als bedoeld in artikel 25a
"van het Algemeen Ambtenarenreglement."
Artikel III.
Artikel 4, lid 1 wordt gelezen alsvolgt:
"Een belanghebbende, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, aan wie ontslag
"is verleend en een belanghebbende, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b
"en c, die tengevolge van een hem verleend ontslag onvrijwillig werkloos wordt, ont-
"vangt met ingang van de dag van ontslag - voor zover hij alsdan niet in de termen
"valt om pensioen krachtens de Algemene burgerlijke pensioenwet te genieten - een
"uitkering op voet van de bepalingen van deze verordening."
Artikel IV.
Artikel 6, lid 3 vervalt.
