- 5 - De heer Ni .idem meent hieruit te moeten concluderen dat de "bestaande inrichting dus verdwijnt. De voorzitter zegt, dat alleen onder deze voorwaarden kcn worden meegewerkt. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het concept-besluit besloten. (besluit 66/19)» 15. Voorstel tôt vaststelling van een wijziging van het bestemmingsplan Stiens- West. (voorstel 66/28) Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het concept- besluit besloten. (besluit no. 66/20). 16. Goedkeuring begrotingswijziging Sociale Dienst. (voorstel 66/29). Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt deze begrotingswijziging goedgekeurd. (begrotingswijziging no. 1). 17. Vaststelling begrotingswijziging 1964» Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt deze begrotingswijziging vastgesteld. (begrotingswijzigingen 1964 nos 29, 30 en 31 18. Vaststelling begrotingswijziging 1966 Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt deze begrotingswijziging vastgesteld. (begrotingswijziging 1966 no. 13). 19. Voorstel tôt onderhandse aanbesteding van het aardgasnet. (voorstel 66/30). De voorzitter deelt mede, dat een zeer aanvaardbare aanbieding voor de uit- breiding van het aardgasnet is ontvangen, hetgeen uit het voorstel blijkt. In de vaste financiering zal nog moeten worden voorzien. Hij deelt voorts mede, dat spoedig een definitief voorstel is te verwachten met betrekking tôt de toetreding tôt het op initiatief van het gemeentebestuur van Heerenveen op te richten gemeenschappelijk gasbedrijf. Niettemin zal spoe dig met de voorgenomen uitbreiding van het net moeten worden begonnen. De heer B.R. Dijkstra vraagt of de dorpen spoedig kunnen aansluiten. De voorzitter zegt dat hierover geen voorspellingen zijn te maken. Mevr. Bi j1sma vraagt of reeds met de grondeigenaren overeenstemming is bereikt. De voorzitter antwoordt dat deze onderhandelingen in een vergevorderd stadium verkeren. De heer Huizenga vraagt in welk stadium de aansluiting van Oude Leije verkeert. De voorzitter deelt mede, dat hierover nog met het gemeentebestuur van het Bildt zal moeten worden gesproken. Zonder verdere discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens over- eenkomstig het overgelegde concept-besluit besloten. (besluit 66/21). Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde, de door de heer Nijdam gestelde vragen naar aanleiding van de toepassing van de Drankwet. (bijlage .1 De voorzitter vindt deze schriftelijke vraagstelling een goede manier. Hij vraagt of de heer Nijdam nog iets te vragen heeft. De heer Ni j dam merkt naar aanleiding van de beantwoording van burgemeester en wet- houders op dat hij wel kan begrijpen dat burgemeester en wethouders de in de vragen 1 en 2 bedoelde feiten niet bekend waren. Wat betreft de vraag no. 3 vindt hij de morele kant belangrijker dan de juridische. Hij wil gaarne de mening horen van de andere raadsleden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1966 | | pagina 9