- 6 - Er bestond toen het volste begrip voor het feit dat maatregelen nodig waren om de 2-mansschool "te Hijum te handhaven. Later- is bovendien te Finkum een bespreking gehouden met de oudercommissies en de ouders te Finkum. Dit is een zeer ondoorzichtige vergadering geworden, waaruit geen duidelijk standpunt is gebleken. De algemene indruk was dat men het niet aantrekkelijk vond de kinderen te verplaatsen van de ene school naar de andere, ook al is er geen versch.il in de scholen, wat de kwaliteit van het onderwijs betreft. Burgemeester en wethouders hebben ook de indruk gekregen dat tegen een even- tuele wijziging van de schoolgrens een kleine minderheid zich hardnekkig zou verzetten, terwijl de anderen de beslissing van het gemeentebestuur zouden respecteren. Aan de hand van deze indruk is de balans opgemaakt in de vorm van het onder- havige voorstel. Spreker wil er nogmaals op attenderen dat uitstel van de beslissing er toe kan leiden dat een te gering aantal leerlingen de 2e leerkracht in gevaar zou brengen met ingang van 1968. Uitstel van de beslissing zou bovendien betekenen dat de overplaatsing van de leerlingen in de loop van het schooljaar zou moe— ten geschieden. Dit lijkt burgemeester en wethouders volstrekt onaanvaardbaar Trouwens ook overigens wil hij er op wijzen dat uitstel aanzienlijke risico's meebrengt. Immers door vertrek zou een nog ongunstiger situâtie ontstaan. Een bloedtransfusie per 1 augustus 1967 kan zonder enige twijfel te laat komen. Bovendien moet er rekening mee worden gehouden dat toepassing van art. 56» 2e lid van de wet, nu onlangs de leerlingenschaal verlaagd is, niet meer mogelijk is. Nu konden burgemeester en wethouders 2 dingen doen, n.l.: 1e. De zaak op zijn beloop laten omdat de Finkumers er geen raad mee weten. 2e, Geen risico nemen en ailes doen om het aantal leerlingen op peil te houden, omdat een 1-mansschool een onding is. Hij kan het niet anders zien dan dat een beslissing in laatstbedoelde zin toch voor de hand lag. Nu kan men zeggen zo'n schoolgrens is toch eigenlijk een onmogelijke zaak. Over het hoe en waarom van een schoolgrens wil hij niet veel meer zeggen. Toch zou om het aspect voor de school te Stiens nog het vol- gende kunnen worden gezegd. Stiens zou bij handhaving van de schoolgrens een 7® leerkracht kunnen krijgen. Daardoor zou b.v. de 1e klasse kunnen worden gesplitst. Duidelijk is dat dit slechts een tijdelijke oplossing kan zijn. Bovendien is de school daarop niet ingericht. Wel is er een handenarbeidlokaalmaar dit is uiteraard geen oplossing. De heer Tolsma heeft voorgesteld een référendum te houden. Dit is eigenlijk in Finkum gebeurd. Bij terugneming van het voorstel gebeurt niets. Personeel zou daaruit zijn consequenties kunnen trekken, omdat het gemeentebestuur niet in staat is te doen wat eigenlijk zou moeten. Uitdrukkelijk wil hij hierbij stellen dat het personeel niet heeft gedreigd met vertrek. Het besluit zal genomen moeten worden, anders blijft de schoolgrens ongewij- zigd en wordt de school te Hijum een 1—mansschoolIn elk geval zouden de be— staande ontheffingen moeten worden ingetrokken. De voorzitter wil tenslotte nog antwoorden op de vraag van de heer Soepboer of een schoolgrens een wettelijke verplichting is. Dit is niet zo. Er zijn omstandigheden denkbaar dat geen behoefte aan een schoolgrens bestaat. Op een andere vraag van de heer Soepboer antwoordt de voorzitter dat na de totstandkoming van de wijziging van de schoolgrens geen ontheffingen meer zullen worden verleend. In elk geval zal de veiligheid van de kinderen worden gewaarborgd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1966 | | pagina 11