Nr.66/106
De raad van de gemeente Leeuwarderadeel;
gezien het verzoek van het bestuur van de Woningstichting
Leeuwarder-Leeuwarderadeel,gevestigd te Leeuwarden d.d.2 decem-
ber 1966 ,bi;j koninklijk besluit van 10 maart 1914,nr.17 toegela-
ten als instelling,uitsluitend in het belang van de verbetefing
van de volkshuisvesting werkzaam,welke toelating is gehandhaafd
bij koninklijk besluit van 7 juli 1966, nr«49 om ten behoeve van
het aanbrengen van centrale verwarming in 60 in aanbouw zijnde
woningwetwoningen in het bestemmingsplan otiens-zuid voorschotten
uit de gemeentekas te mogen ontvangen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 decem-
ber 1966;
overwegende dat door het aanbrengen van centrale verwarming
in het onderhavige complex van 60 woningwetwoningen het woon-
genot nog aanmerkslijk zal toenemen,terwijl de voor de huurders
uit deze bijzondere voorzieningen voortvloeiende extra kosten
per week binnen redelijke grenzen blijven;
gelet op artikel 60 van de Woningwet;
besluit:
A.onder voorbehoud van toezegging van de door de gemeente aan
het rijk te vragen voorschotten,aan bovenvermelde instelling
tegeneen rente,die de gemeente voor het onderhavige doel aan
het rijk moet betalen,welke rente voorshands 4<?o per jaar be-
draagteen tweetal voorschotten uit de gemeentekas te verstrek—
ken voor de financiering -van het aanbrengen van centrale ver-
warmingin 60 in aanbouw zijnde woningwetwoningen in het bestem-
çiingsplan Stiens-zuid, te weten:
1.een voorschot van ten hoogste één honderd één en vijftig
duizend en één honderd zeven en negentig gulden f151197.-)
ten behoeve van de installatiekosten;
2.een voorschot van ten hoogste negen en twintig duizend vijf
honderd en tachtig gulden (f.29580.-)ten behoeve van de bouw-
kundige voorzieningen en zulks onder de navolgende voorwaarden:
a.voor rente en aflossing van voormelde voorschotten moet door
de instelling aan de gemeente jaarlijks gedurende 25,respectie-
velijk 50 jarenannuïteiten worden voldaan,berekend naar een
rente percentage van 4$ van de werkelijk verleende voorschot
ten, hiervoor genoemd onder A sub 1e en 2e;
b.de annuîteiten onder a bedoeldzullen voor de eerste maal
vervallen op de dagen,nader door burgemeester en wethouders
te bepalen^in verband met het tijdstip of de tijdstippen,waar-?
op de voorschotten zullen zijn uitbetaald;
c.bij faillissementof bij ontbinding of opheffing der instel
ling, alsmede indien de voorwaarden, waaronder de voorschotten
zijn verleend, niet worden nageleefd, worden de voorschotten
of de onafgeloste gedeelten daarvan terstond opvorderbaar