- 8 - De heer B. Dijkstra is van mening dat de onderwerpelijke kwestie tijdens de vorige vergadering is overtrokken, waardoor de raad enigszins geprikkeld is. De heer Soepboer zegt dat op formele gronden toekenning ook thans mogelijk is. Hij wil de heer Offringa alsnog een verhuiskostenvergoeding toekennen. Spreker zegt verder dat indertijd door de raad tôt verhoging van het minimum is besloten. Thans zou de raad tôt invoering van een maximum kunnen besluiten. De voorzitter zegt dat dit wel mogelijk is, mits voor het thans in dienst zijnde personeel een overgangsbepaling in het leven wordt geroepen. Hij suggereert over— leg te plegen met het georganiseerd overleg. Hij vraagt of de raad, wanneer het voorstel Soepboer wordt aanvaard de vergoeding aan de heer Offringa meteen wil uitbetalen. In dat geval is hoofdelijke stemming vereist. Wethouder Di,]kstra merkt op, dat, wanneer aan de heer Offringa een vergoeding wordt gegevende consequenties niet te overzien zijn. Immers hebben meer onder- wijzers een andere woning betrokken. De voorzitter zegt dat een eventueel raadsbesluit consequenties ten opzichte van anderen moet uitsluiten, wil het besluit enige kans van slagen hebben. Als motief zou kunnen worden gebruikt dat een schoolhoofd normaliter in een ambtswoning woont. De heer Soepboer stelt voor het hoofd van de openbare lagere school te Stiens, de heer Offringa, alsnog op basis van de Verplaatsingskostenverordening een te- gemoetkoming in de verhuiskosten toe te kennen, en deze tegemoetkoming uit te betalen zodra de begrotingswijziging wordt goedgekeurd. Hethouder Zondervan begrijpt niet waarom de raad wel bereid zou zijn in afwijking van de verordening de heer Offringa 10f van zijn salaris als tegemoetkoming toe te kennen, terwijl men een procentueel bedrag in feite onjuist acht. Madat de heer Tolsma en de heer Span het voorstel van de heer Soepboer hebben on— dersteund en de heer Nijdam heeft verklaard dat bij aanneming van het voorstel de andere onderwijzers tegen het hoofd worden gestoten, wordt lot hoofdelijke stemming overgegaanVoor het voorstel stemmen de heren F. Dijkstra, J. Tolsma, T. Kuipers, P. Soepboer, S. Span en P. de Swart en de dames G. Bijlsma-Boersma, P. Stolte-van der Meulen, terwijl de heren B. Dijkstra, H. Zondervan en W.J. Pijdam tegenstemmen, zodat het voorstel is aangenomen. De begrotingswijziging wordt vervolgens vastgesteld met inachtneming van het laatste besluit. 17. Voorstel tôt onderhandse huur van de gymnastiekzaal in het Dorpshuis te Cornjum. voorstel 67/15). fa de vraag van de heer Soepboer hoe—veel de lening ten behoeve van het Dorpshuis bedraagt waarvoor de gemeente garant is, antwoordt de voorzitter dat dit bedrag nog niet bekend is. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig de inhoud van het concept-besluit 18. Voorstel tôt het aangaan van een overeenkomst van geldlening met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten.te s-Gravenhage tôt een bedrag van f. 89.000,(voorstel 67/16). Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de inhoud van het concept-besluit besloten (besluit 67/12).

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1967 | | pagina 15