t
8 feb. 1967
- 2 -
"6. In bepaalde gevallen, zulks naar het oordeel van burgemeester en wethouders,
3X1 voor het bezi't van andere diploma's of akten waarvan het bezit in het be-
f is van het dienstonderdeel, waarbij de ambtenaar werkzaam is, een toelage
tt to®Sek®nd> evenwel met dien verstande, dat de waardering voor deze di-
of rHnl8™ zlJh.bePe^kt tot de hedragen, welke zijn verbonden aan de akten
oi diploma's genoemd m het 3erste lid van dit artikel".
Artikel IV.
Artikel 18, lid 2, van de Bezoldigingsverordening 1965 wordt gelezen als volgt:
ambtenaar van^b8d°eld ln het voriSe lid» hedraagt bij een leeftijd van de
20 jaar f 305,per jaar
19 jaar - 296,per jaar
18 jaar - 287,per jaar
17 jaar of jon-
Ser - 278,per jaar
Artikel V.
Het m ar"fcikel 24, lid 2, van de Bezoldigingsverordening 1965 genoemde maximum-
bedrag wordt verhoogd tot f 83,15 per maand.
Artikel VI.
Deze verordening treedt in werking op:
a. 1 januari 1967 voor zover zij betrekking heeft op ajnbtenaren, wier bezoldiging
per maand wordt uitbetaald?
b. met mgang van de eerste dag van de loonweek, waarin 1 januari 1967 valt, voor
zover zij betrekking heeft op ambtenaren, wier bezoldiging of loon per week
wordt uitbetaald.
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in ziji
openfyare vergadering van 6 februari 1967
staris, De voorzj4tfbr
In viervoud aan gedeputeerde staten gezonden op
pSiR» Hellinga)
c