Agendapunt 9
Voorstel nr. 67/ 41
S t i e n s, 17 april 1967
Qnderwerp
Parkeerexcessen.
Aan
de gemeenteraad.
In toenemende mate worden de voor het openbaar verkeer openstaande
wegen in onze gemeente gebruikt als stallingsruimte voor allerlei soor-
ten van voertuigen die niet of niet meer aan het verkeer deelnemen.
Wij denken in dit verband aan voertuigen die ten verkoop worden aange—
boden, niet rijklaar zijnde voertuigen, caravans enz. die bij gebreke
aan andere opslagruimte zonder meer op de weg worden gestald.
Het behoeft geen betoog dat de hierboven omschreven manier van parkeren
een belemmering vormt voor hen die hun voertuigen op de
normale manier willen parkeren.
Een sprekend voorbeeld is wel het parkeerterrein tegenover het sportter-
rein te Stiens waarop door een bewoner van de Uniaweg regelmatig enige
motorrijtuigen staan te koop uitgestald.
In verband met vorenstaande hebben wij ons er over beraden op welke
manier de hierbovenbedoelde excessen kunnen worden tegengegaan.
Te uwer ori'êntatie zij vermeld dat de regeling inzake het verkeer door
de rijksoverheid is vastgesteld in de Wegenverkeerswet en in de daar-
uitvoortvloeiende voorschriften.
Artikel 6 van de Wegenverkeerswet laat de bevoegdheid van de raad tôt
aanvulling van deze voorschriften onverlet.
Artikel 85 van het Règlement Verkeersregels en Verkeerstekens houdt in
dat de raad bij plaatselijke verordening regels kan stellen ter bestrij-
ding van parkeerexcessen. Dit artikel is in tegenstelling tôt het
vroegere artikel 32a vanhet Wegenverkeersreglement niet gelimiteerd.
Uit vorenstaande kan dus de conclusie worden getrokken dat de raad com
pétent is de bovenbedoelde materie nader te regelen.
In verband met vorenstaande stellen wij u voor, door vaststelling van
het bijgaande ontwerp-besluit, de Algemene Politieverordening aan te
vullen met een aantal bepalingen waardoor het mogelijk zal zijn tegen
parkeerexcessen op te treden.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel
De secretaris, De burgemeester,
F.J. KRAM H. HELLINGA
dB/S