- 3 -
Spreker heeft daarom goede hoop dat het in de toekomst soepeler zal verlopen.
De voorzitter deelt de raening van de heer Soepboer da"t Gedeputeerde Staten
zich niet met een te vergaande detaillering zouden moeten bemoeien»
De heer Span vraagt of de door de heer Soepboer naar voren gebrachte gedachten binnens'
kamers blijven of dat deze ter kennib van Gedeputeerde Staten worden gebra^ht.
De voorzitter zegt dat deze gedachten wel bekend zijn bij Gedeputeerde Staten maar
dat hij er geen bezwaar tegen heeft dat hier nogmaals op wordt gewezen.
Besloten wordt hetgeen de heer Soepboer heeft opgemerkt ter kennis van Gedeputeerde
Staten te brengen.
De raad besluit hierna overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders
met betrekking tôt de ingekomen stukken.
4» Voorstel tôt aanwijzing raadslid in commissie voor georganiseerd overleg (voorstel
67/36)
Na een schriftelijke stemming blijken 8 stemmen te zijn uitgebracht op de heer
Jo van Dijk, 2 op de heer S. Span en 1 op de heer B. Dijkstra, zodat de heer
J. van Dijk is aangewezen als vertegenwoordiger van de raad in de commissie voor
georganiseerd overleg in ambtenarenzaken.
De heer Van Dijk verklaart met de aanwijzing akkoord te gaan en hoopt, omdat hij
zelf ambtenaar is, in die commissie vruchtbaar werk te kunnen doen. (besluit 67/ 31
5» Voorstel tôt aanwijzing van een raadslid in het Streekorgaan voor de tuinbouw
(voorstel 67/37)
De heer Soepboer merkt op dat de vorige aanwijzing een kwestie van opvolging was
en dat zulks gezien de positie van de heer Van Dijk, 00k voor de hand lag»
Voor de onderwerpelijke vertegenwoordiging zou spreker graag iemand zien aange
wezen die met de tuinbouw en in het bijzonder met de bollenteelt op de hoogte is
waarom de heer Soepboer de heer B. Dijkstra voor deze vacature aanbeveelt.
De heer Tolsma stelt daarentegen de heer Soepboer voor, maar de heer Soepboer
zegt dat hij indertijd als vertegenwoordiger heeft bedankt, omdat hij niet over
voldoende tijd beschikteom zich aan deze aanwijzing te wijden.
Door de heer B. Dijkstra wordt het laatste bevestigd.
Na een schriftelijke stemming blijken 10 stemmen op de heer B. Dijkstra en olijkt
êên stem op de heer Span te zijn uitgebracht, zodat de heer B. Dijkstra, is aange
wezen als vertegenwoordiger van de raad in het streekorgaan voor de tuinbouw»
De heer Dijkstra verklaart hiermee akkoord te gaan. (besluit 67/32
6» Voorstel tôt ruiling en tôt verkoop van grond, respectievelijk met S» v»d» Meulen
en aan J» Miedema (voorstel 67/38)
Zonder discussie en hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel
(besluiten 67/33 -1 en 2)
7» Voorstel tôt verkoop van grond aan Tj.J» Boelstra (voorstel 67/34)»
De heer Soepboer vraagt of bij dergelijke transacties geen publieke verkoop is te
prefereren omdat dan niet alleen aile gegadigden in de gelegenheid worden gesteld
om te kopen, maar 00k omdat dan veelal de maximale prijs kan worden verkregen.
Spreker is van oordeel dat de overeengekomen prijs, ondanks de minder gunstige
ligging van de grond, aan de lage kant is. De grond is namelijk van uitstekende
kwaliteit, Overigens is de heer Soepboer zich bewust dat het collège van burgemeester
en wethouders in verband met het feit dat het land moest worden ingezaaid, een
spoedige verkoop moesten voorbereiden.
De voorzitter is van oordeel dat de overeengekomen prijs niet te laag is, temeer
omdat de koper heeft meegewerkt aan een ruilings-transactie» Het laatste was name
lijk het uitgangspunt van de onderhandeling met hem» Spreker acht het moeilijk aan
te geven welke prijs bij een publieke verkoop uit de bus zou zijn gekomen, maar
geeft toe dat publieke verkoop zekere voordelen heeft, alhoewel de mogelijkheid
van speculatie als een groot nadeel dient te worden beschouwd»
De voorzitter zegt toe burgemeester en wethouders te zullen voorstellen zich voor
deze materie te beraden, terwijl, volgens de voorzitter, hierover 00k het gevoelen
van de commissie voor de onroerende eigendommen zou kunnen worden ingewonnen.