Agendapunt 12 Voorstel 67/62 S t i e n s, 5 juni 1967» Onderwerp: Uitkering ineens aan het gemeente-personeel Aan de gemeenteraad. Bij circulaire van de Minister van Binnonlandse Zaken van 19 mei 1967 werden de gemeentebesturen in kennis gesteld met de voorgenomen wijziging van het pensioen- bijdrage-verhaal voor ambtenaren in de zin van de Algemene Burgerlijke Pensioen- wet. Momenteel hedraagt dit verhaal 7,9% van het ambtelijk inkomen als bedoeld in die wet. Na 1 juli a.s. zal dit verhaal 10% bedragen, met dien verstande, dat een zeker bedrag aanvankelijk bepaald op f 4000,—buiten beschouwing wordt ge— laten. Dit laatste bedrag is waardevast en wordt dus met elke salarisverhoging herzien. Per 1 juli a.s. is dit bedrag door de regering vastgesteld op f 4356, Dit betekent dat bijvoorbeeld bij een maandelijkse betaling der bezoldiging het totale bedrag aan ambtelijk inkomen, dat in een maand wordt ontvangen voor de berekening van het pensioenbijdrage-verhaal zal dienen te worden verminderd met f 363, Voor de lagere en middelbare ambtenaren betekent de nieuwe regeling een voor- deeldat voor de lagere ambtenaren uiteraard wel het grootst is. Voor de hogere ambtenaren - met een wedde van mêér dan f 1270,per maand - betekent de nieuwe regeling een nadeel, dat toeneemt naarmate het salaris hoger ligt dan f 1270,per maand. Het heeft aanvankelijk in de bedoeling van de regering gelegen, de nieuwe rege ling op 1 januari 1967 te doen ingaan Door verschillende omstandigheden is de inwerkingtreding daarvan vertraagd. Dit heeft tôt gevolg dat de ambtenaren, die minder dan f 1270,per maand ver- dienen over het eerste halfjaar van 1967 een nadeel ondervinden, dat naarmate het salaris lager is, steeds groter wordt. Om dit te ondervangen heeft de regering besloten, aan aile ambtenaren, die onder de Pensioenwet vallen en die niet mêér verdienen dan f 1270,per maand, over het eerste halfjaar van 1967 een uitkering ineens te doen. Teneinde de berekeningen voor de salaris—administratie zo eenvoudig mogelijk te houden, zijn de ambtenaren, aan de hand van hun maandwedde, ingedeeld in 4 klas— sens voor elke klas geldt een vast bedrag, zoals hieronder is aangegeven: De uitkering bedraagt voor degene, die op de peildatum - dit is over het algemeen 1 mei 1967 - een wedde per maand genoot van: a. f 642,of minder b. meer dan f 642,maar niet meer dan f 828, c. meer dan f 828,maar niet meer dan f 1045, d. meer dan f 104U,maar niet meer dan f 1270, f 22,50 per maand f 17,50 12,50 f 6,50

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1967 | | pagina 65