Artikel 44 Het eerste lia konrt in hoofdzaak overeen met het huidige artikel 50. De bepaling van het tweede lid is opgenomen voor het geval het bezwaar van de ambtenaar tegen het oordeel van de geneeskundigebedoeld in artikel 42, tweede lid, gegrond wordt bevonden. Artikel 45 Het eerste lid schrijft - in tegenstelling tôt het eerste lid van het huidige arti kel 43 uitdrukkelijk voor, dat een bezwaar tegen het oordeel van de geneeskundige bedoeld in artikel 42, tweede lid, onder opgaaf van redenen bij burgemeester en wethouders moet worden ingediend, teneinde 1ichtvaardige protester zoveel mogelijk te beperken. Het tweedederde en vierde lid komen in hoofdzaak overeen met het tweede en derde en vierde lid van het huidige artikel 43» net dien verstande, dat ingaval de be- zwaren van de ambtenaren ongegrond worden verklaard de kosten van het geneeskun- dig onderzoek, welke volgens .het huidige artikel 43» vierde lid, ten laste van de ambtenaar worden gebracht, beperkt worden tôt die van de door de betrokkene aange- wezen geneeskundige. Artikel 46 Behoudens wijziging van redactionele aard komt het eerste lid overeen met het eerste lid van het huidige artikel 39. Het tweede lin komt overeen met het eerste lid van het huidige artikel 40. Voor periodieke geneeskundige keuring, zoals deze bij voorbeeld thans reeds in de prak- "fcijk plaats vindt ten aanzien van beroepschauffeurs en beroepsbrandweerwordt in het derde lid een basis in het A.A.R. gegeven. Artikel 47 De bepaling van het eerste lid treedt in de plaats van het eerste lid van het huidige artikel 41 Naast het dienstbelang is thans 00k het belang van de ambtenaar zelf als grond van buitendienststelling genoemd. Het tweede lid van dit artikel komt overeen met het huidige artikel 42. Artikel 48 Dit artikel treedt in de plaats van het huidige artikel 44» eerste lid. Artikel 49 Het eerste, tweede en derde lid van dit artikel, dat in de plaats treedt van het huidige artikel 45a-» zijn voor wat hun redactie betreftmeer aangepast aan de leden 8, 9 en 10 van het bij Koninklijk Besluit van 22 december 1966 (Stbl. 581) gewij- zigde artikel 35 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement. Artikel 50 He"t eerste lid van dit artikel vervangt de huidige artikelen 46 en 47» eerste lid. De huidige termijnen van 3 en 2 jaar zijn teruggebracht tôt 1 jaar bij wijze van aanpassing aan het Algemeen Rijksambtenarenreglement. De tweede volzin is inge- geven door de wenselijkheid, dat een ambtenaar, die ondanks ongeschiktheidsver— klaring bij keuring zijn betrekking nog geheel of voor een belangrijk deel tôt aan de ingang van zijn ontslag heeft verricht, daarvan nadeel zou ondervinden op het punt van de "nawerking". Het aanhouden van tenminste 4-5% van de normale werktijd bij het gedeeltëlijk vervullen van de betrekking dient te worden gezien in verband met het gestelde in artikel 39, vierde lid. Het "tweede lid treedt in de plaats van het huidige artikel 47» tweede lid. Hierbij zijn echter twee verschillen te constateren. In de eerste plaats wordt bij de zogenaamde "nawerking" geen onderscheid meer ge- maakt tussen de eervol en^de oneervol ontslagen ambtenaar.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1967 | | pagina 91