Agendapunt 9
Voorstel 67/78
Onderwerp; Stiens, 24 juli 1967
Wijziging bezoldigings-
verordening 1965»
Aan
de gemeenteraad.
Pe Minister van Binnenlandse Zaken heeft bericht, dat naar zijn oordeel, in het
algemeen geen bezwaar bestaat tegen het raadsbesluit van 6 februari 1967» no.
67/8, tôt wijziging van de bezoldigingsverordening, per 1 januari 19^7
Met betrekking tôt het bepaalde in artikel 16, 6e lid, vertrouwt de Minister dat
rekening zal worden gehouden met zijn standpunt dat aan werklieden geen toelagen
mogen worden gegeven, voor het bezit van bepaalde diploma's, omdat bij de beoor-
deling in het kader van de werkclassificatie hiermee reeds rekening is gehouden,
namelijk bij de rangschikking van de werklieden in de diverse loongroepen.
Van deze mededeling - die ons overigens wel bekend was - hebben wij kennis genomen.
Tenslotte wordt nog opgemerkt dat in verband met de afschaffing van de gemeente-
classificatie de overgangsbepaling, voorkomende in de bezoldigingsverordening,
dient te worden geschrapt.
Voor een goed begrip brengen wij onder uw aandacht, dat, toen het gemeentehuis
nog te Huizum gevestigd was, de daar werkzame ambtenaren werden bezoldigd naar
een 1e klas standplaats.
Op 1 maart 1965 werd het gemeentehuis te Stiens geopend en moest op het salaris
van bedoelde ambtenaren standplaatsaltrek worden toegepast. Er is echtar in de be
zoldigingsverordening een overgangsbepaling opgenomen, behelzende dat de op dat
tijdstip in functie zijnde ambtenaren aanspraak blijven behouden op een salaris
naar een 1e klas standplaats.
Inmiddels is de gemeente-classificatie voorgoed afgeschaft, zodat de onderhavige
overgangsbepaling overbodig is geworden en zoals de Minister terecht opmerkt,
dient te worden geschrapt.
Wij geven u in overweging daartoe te besluiten, waarvoor een concept-besluit ter
vaststelling hierbij gaat.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel
De secretaris, De burgemeester,
A. TALMAN l.s.
P.TH. DIJKSTRA l.b.
