7» Verkoop van zwak-alcoholische drank in de uitoefening van een horecabedrijf zondei vergunning gedurende ten hoogste acht dagen per jaar. Een verordening waarin een of meer van de bovenvermelde punten zijn geregeld zijn deels aan de goecpceuring van Gedeputeerde Staten onderworpen, terwijl in de neeste gevallen de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid en de Kamer van Koophandel moeten worden gehoord. Uw raad moet verder een belasting-verordening vaststellen voor de heffing van het w gunmngsrecht» Dit bedraagt minimaal f. 5,-- en maximaal f. 7,50 per 50 liter,omgezet sterke drank voor horecabedrijven, cantines etc. en f. 3,— tôt f. 5,per 50" "H ter voor slijters-bedrijven. Artikel 59 houdt in, dat voor zover in de wet niet anders is bepaald ten aànzien van de onderwerpen, waarin zij voorzjiet, geen provinciale of gemeentelijke verordeningen worden gemaaktDit sluit, behqudens dé hierboven opgespmde mogelijkheden, de aanvul- lende bevoegdheid van de gémeëntebesturen uit. r Wel kunnen de gemeeptebesturen regelen treffen met betrekking tôt het verstrekken m alcoholvrije drank. De verkoop van deze drank wordt in de nieuwe wet hameliik niet geregeld. M Bovendien geldt een aantal bepalingen van de wet tôt 1 januari 1975 niet voor degenen die op 1 november 1967 een. horecabedrijt, een slijtersbedrijf of (niet bedri jfsmatig) een cantine of iets dergelijks exploiterez!. ,;i Tôt die datum wehden deze inrichtingen geacht te voldoen aan de bij of krachtens deze wet gestelde innchtingséisenVerder zal een verordening waarbij de leeftijdsgrens wordt verhoogd ten aanzien van de verstrekking van alcoholhoudende drank en ten aanzis: van het toelaten van jeugdigen in inrichtingen, zomede ten aanzien van het daarin dienst laten .doen van vrouwelijk personnel en jeugdige personen tôt die datum niet voor dergelijke inrichtingen gelden. Ook voor wat betreft het vergunningsrecht blijver. tôt die datum de bepalingen van de oude wet voor bestaande bedrijven gelden. Voor het overige kan ten beheeve van horecabedrijven waarin reeds op 1 januari 1964. door hen die daarin ook thans als bedrijfsleider c.q. beheerder fungeren, het bedriif werd uitgeoefend, zonder meer de in artikel 3 bedoelde vergunning worden verleend. Hiernaast kunnen bedrijfsleiders en beheerders die op 1 .januari 1964 als zodanigf-UH- geerden, onder bepaalde voorwaarden een verklaring van handelskennis c.q. va.-bekwaam- ne id van de Mini s ter van Economische Zaken ontvangeno Een dergelijke verklaring geldt evenwel niet met betrekking tôt de verkoop van sterke ank wanneer betrokkenen in een verlofbedrijf werkzaam Waren. Dit geldt uiteraard ook voor hen als bedoeld in de voor-voorlaatste zin. Aan de hand van de hiervoor opgesomde mogelijkheden die de wet kent ten opzichte van de gemeentelijke aanvullingsbevoegdheid, merken wij het.volgende op. Vaststelling van verdergaande en van andere eisenisgezien de moeilijkheden welke hier- van m de praktijk worden ondervonden en gelet op het feit dat de wettelijke eisen toct ai met lient zijn, naar cns oôrdéel niet wënselijk. Verstrekking van alcoholhoudende drank op de opènbarè weg lijkt ons, gezien de situàtie m onze gemeente, niet nodig. Voor wat betreft de leefti jdsgrens van degenen aan wie alcoholhoudende drank mag wordei is het naar ons oordeel niet nodig van de bepalingen der wet af te wijken. p,,Ï i W1J opmerken ten aanzien van ,bezoekers van inrichtingen en de tewerkstelling van jeugdige personen en vrouwen in die inçichtingen. Het lijkt ons daarentegen wel wenselijk gebruik. te maken van de in artikel 18 gé- geven bevoegdheid tôt beperking van de verkoop van alcoholhoudende drank. l)e aaogelijkheid tôt verkoop van deze drank Ware, behoudens ontheffing te verlenen co vit te sluiten ten behoeve van jeugdgebouwen, eethuizen, sportge- bouwen, caravanterrexnen, etc. de wet niet langer de voorwaarden bevat welke aan een door de burgemeester te ver lenen dansvergunning worden verbonden, is het naar ons oordeel juist dat de raad hier voor bij verordening voorwaarden stelt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1967 | | pagina 26