- 4 - Hoofdstuk 4° Het verstrekken van alcoholvrije drank. Artikel 4»1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder alcoholvrije drank mede verstaan de drank, die bij een temperatuur van 15°C voor minder dan 1-g- volumenprocen uit alcohol bestaat. Artikel 4«2. 1. Het is verboden zonder verlof van burgemeester en wethouders in een besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken. 2. Dit verbod geldt niet: a. indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet tôt het uit- oefenen van een horecabedrijf of een horecawerkzaamheid? b. indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimte vertoeven anders dan voor het gebruiken van consumpties? c. voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen lokaliteiten? d. voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig. e. tôt 1 januari 1969 voor degenen die op 1 november 1967 alcoholvrije drank ver- kochten krachtens een verlof B ingevolge de Drankwet 1931 Stbl. 476 en tôt het in artikel 87, tweede lid van de wet bedoelde tijdstip voor de in dat artikellid bedoelde personen zolang de aldaar bedoelde uitoefening duurt„ Artikel 4°3« 1. Het verlof geldt uitsluitend voor een of meer in het verlof vermelde ruimten. 2. Bij overlijden van een verlofhouder kan het verlofbedrijf door of namens êén van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tôt een maand na het overlijden of, indien binnen die termijn terzake een nieuw verlof is aangevraagd, tôt het tijdstip ifaarop op deze aanvraag onherroepelijk is beslist. Artikel 4*4- Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijk persoon de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en voldoen aan de eisen, die bij of krachtens artikel 5, tweede lid, aanhef en letters a en b, en derde lid, van de Drank- en Horecawet, worden ge~ steld aan de bedrijfsleiders en beheerders. Artikel 4«5« 1. Het verlof wordt schriftelijk aangevraagd bij burgemeester en wethouders, Dezè beslissen binnen drie maanden nadat de aanvraag is ingekomen. 2. Een verlof kan onder beperkingen worden verleendj aan een verlof kunnen voor— schriften worden verbonden. Artikel 4»6. 1Burgemeester en wethouders weigeren het verlof indien niet wordt voldaan aan de in artikel 4*4» gestelde eisen. 2. Zij trekken het verlof in, indien: a. niet langer wordt voldaan aan de in artikel 4.4. gestelde eisen? b. gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van het verlof? c. zich in het betrokken verlofbedrijf feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen dat van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1967 | | pagina 35