- 3 - 2. Het na te vorderen bedrag wordt met het viervoud daarvan verhoogd. 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van dwaling, verschoonbaar ver- zuim of niet aan de belastingplichtige te wijten oorzaken, van het toepassen van de verhoging af te zion. Artikel 13. Invorderbaarhe id 1. De belasting moet worden betaald vd<5r of op de laatste dag van de maand, volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, hetzij door be- taling ten kantore van de gemeente-ontvanger, hetzij door storting of overschrijving op de te diens naam staande postrekening, dan wel op een andere op het aanslag- biljet vermelde wijze. 2. Wanneer in de gevallen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, een aanslag wordt op- gelegd, moet deze worden voldaan binnen twee weken na de dagtekening van het aan- slagbiljet. 3. Een aanslag is dadelijk en ineens invorderbaarwanneer de belastingschuldige in staat van faillissement is verklaard of op zijn roerende of onroerende goederen executoriaal beslag is gelegd, dan wel wanneer blijkt, dat de belastingschuldige het land metterwoon wil verlaten. 4. Door het indienen van een bezwaar-, een beroep-, of een verzoekschrift wordt de verplichting tôt betaling niet opgeschort. Artikel 14. Kwijting. De gemeente-ontvanger is verplicht voor iedere betaling die in zijn handen geschiedt, een bewijs van kwijting af te geven. Artikel 15» Invordering. De invordering geschiedt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 291 tôt en met 295 ûer gemeentewet. Artikel 16. Af schrijving» 1Indien de belastingschuldige niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar de belasting geheel of gedeeltelijk te voldoen, kunnen burgemeester en wethouders op schriftelijk verzoek van de belastingschuldige de gemeente—ontvanger gehoord het verschuldigde bedrag geheel of gedeeltelijk afschrijven. 2. De beslissing op het verzoek wordt de belastingschuldige schriftelijk medegedeeld. Artikel 17. Toerekening van de betalingen. De toerekening van de betalingen geschiedt in de volgende orde a. op de kosten van vervolging, zo deze verschuldigd zijn; b. op de oudste van de openstaande aanslagen. Artikel 18. On inbaarverklaring De gemeente-ontvanger zendt zo spoedig mogelijk aan burgemeester en wethouders een staat met toelichting van de aanslagen of gedeelten van aanslagen welke hij niet heeft kunne^ invorderen. Burgemeester en wethouders zenden deze staat aan de gemeenteraad met een voorstel tôt oninbaarverklaring van de posten welke zij daarvoor vatbaar achten»

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1967 | | pagina 43