- 2 - Hoofdstuk II Artikel 3 Deelnemer in de zin van deze regeling iss a. degene, die in vaste of tijdelijke dienst van een gemeente een hoofdbetrekking bekleedts b. degene, die in vaste of tijdelijke dienst van het instituât een hoofdbetrekking bekleedt c. degene, die de dienst van een gemeente of van het instituut in het genot van pensioen, wachtgeld of uitkering heeft verlaten, indien hij op de dag vooraf- gaande aan het ontslag deelnemer in het instituut was of behoorde tôt de in artikel 5, tweede lid, bedoelde ambtenaren en mits hij binnen een maand na dat tijdstip aan de secretaris van het instituut heeft medegedeeld dat hij, onder volledige aanvaarding van deze regeling, deelnemer wenst te blijven of te worden5 d. degene, die als deelnemer is toegelaten op grond van bepalingen, welke na zijn toelating zijn vervallenf e. de voor weduwen- of weduwnaarspensioen in aanmerking komende weduwe of weduw- naar van de onder a, b. c en d bedoelde deelnemer, mits zij, resp^ectievelijk hij, binnen drie maanden na het overlijden van die deelnemer schriftelijk aan de secretaris van het instituut heeft medegedeeld, dat zij, respectievelijk hij, onder volledige aanvaarding van deze regeling deelnemer wersfc te worden f. de voor wezenpensioen in aanmerking komende voile wees van de onder a, b, c en d bedoelde deelnemer, mits binnen drie maanden na het overlijden, waardoor hij voile wees wordt, ten genoegen van het bestuur van het instituut is gebleken dat, onder volledige aanvaarding van deze regeling, voor hem het deelnemerschap wordt gewensto Artikel 4 1. Het bestuur is bevoegd, tenzij betrokkenen ingevolge enig wettelijk voorschrift te dezer zake verplicht verzekerd zijn, onder door hem te stellen voorwaarden als deelnemers toe te laten: a. het personeel in dienst van enig openbaar lichaam of van een lichaam als bedoeld in artikel B 3 van de Algemene burgerlijke pensioenwet, een en ander in zover deze lichamen bij wet of van gemeentewege tôt het dienen van gemeen- telijke belangen zijn ingesteld of van gemeentewege worden beheerd; b<> het personeel van een instelling, dat door of vanwege het gemeentebestuur wordt benoemd en een betrekking bekleedt, waaraan een wedde is verbonden uit de inkomsten van êén of meer publiekrechtelijke lichamen, c, het personeel van een gemeente, dat in dienst is op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk rechtf d<. het onderwijzend personeel in een gemeente, waarvan de bezoldiging bij ge- meentelijke verordening is geregeldf e. de burgemeester van een gemeente fo degenendie het deelnemerschap door uittreding van een gemeente dan wel door opheffing van een gemeente, een lichaam of een instelling verloren, mits ge bleken is, dat zij niet op een naar het oordeel van het bestuur redelijke wijze tegen de financiële gevolgen van ziekte kunnen worden verzekerd en de toe- Tlfifil n emerschap

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1968 | | pagina 41