- 3 -
lating binnen drie maanden na de ingang van die uittreding of die op
heffing wordt aangevraagd|
s degenen die in het genot komen van pensioen binnen "tien jaren nadat hun
deelnemerschap door het aflopen van het genot van wachtgeld is geem-
h. gepensicneerdenwachtgeldersweduwen, weduwnaars en uitkeringgenieten-
den, wier deelnemerschap op grond van artikel 7, onder d, is geeindigd,
mits de toelating wordt aangevraagd binnen een maand na beëindiging van
de verplichte verzekering;
i. degenendie - ware ten tijde van het ontslag of het overlijden, waaraan
zij aanspraak op pensioen, wachtgeld of uitkering ontlenen, deze rege-
ling reeds in de desbetreffende gemeente, c.q. ten aanzien van het lichaam
of de instelling, van kracht - op grond van artikel 3, onder c, e of f,
deelnemer hadden kunnen blijven of worden, mits het verzoek tôt toe
lating wordt gedaan binnenêén jaar na de datum, waarop de gemeente
toetreedt, respectievelijk binnen één jaar na het tijdstip waarop krach-
tens artikel 6, sub e, het personeel van het desbetreffende lichaam of
de desbetreffende instelling is toegelaten,
j. degenen, die de dienst van een gemeente, van een lichaam, of van een
instelling, verlatenzonder in het genot van pensioen, wachtgeld of uit
kering te zijndoch die bij hun ontslag uitzicht op ouderdomspensioen
hebben, indien zij op de dag voorafgaande aan het ontslag deelnemer in
het instituut zijn en het bestuur van mening is, dat er aanleiding is
hun deelnemerschap te bestendigen..
2, Ten aanzien van deelnemers ingevolge het eerste lid, vindt het bepaalde in
de artikelen 3, onder c, e en f en 9 overeenkomstige toepassing» Ten aan
zien van personen, bedoeld in het eerste lid, onder a t/m e geldt voorts,
dat zij, om voor toelating als deelnemer in aanmerking te komen, een hoofd-
betrekking dienen te bekleden.
3» Het verzoek om toelating overeenkomstig het eerste lid, onder a t/m e, i en
jwordt gedaan door het gemeentebestuur dan wel door het bestuur van het
lichaam, respectievelijk van de instelling, het deelnemerschap ingevolge het
eerste lid gaat, tenzij dit deelnemerschap wordt verkregen op grond van de
rechtspositieregeling van betrokkene, niet in dan na afgelegde verklaring
van volledige aanvaarding dezer regeling door hem wiens toelating is verzocht»
Artikel 5
1 Van het dednemerschap is uitgezonderds
a. degene, op wie het Besluit Geneeskundige Verzorging Politie 1958, het
Interimbesluit geneeskundige verzorging gepensioneerd politiepersoneel
1958 of het Besluit Geneeskundige Verzorging Noodwachters van toepassing
is;
b. het onderwijzend personeel, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 4,
eerste lid, onder d;
c. degene, die door burgemeester en wethouders ener gemeente, danwel door
het bestuur van een lichaam, respectievelijk van een instelling, op grond
van gewetensbezwaren van de verplichting tôt deelnemerschap is of wordt
ontheven;
2. Voorts kan, op voorstel van het gemeentebestuur dan wel het bestuur van het
lichaam, respectievelijk van de instelling, door het bestuur van het deel
nemerschap worden uitgezonderd degene, aan wie als émolument, verbonden aan
zijn betrekking, kosteloze geneeskundige verzorging, waaronder in ieder geval
begrepen verpleging en behandeling in een ziekenhuis, toekomt»