Nr. 68/5
De raad der gemeente Leeuwarderadeel5
gezien het verzoek van het bestuur van de Woningstichting "Leeuwarden-Leeuwar-
deradeel" gevestigd te Leeuwarden, dd.24 jnnuari j1bij Koninklijk besluit
van 10 maart 1914, no. 17, toegelaten als instelling, uitsluitend in het beiang
van de verbetering van de volkshuisvesting werkzaam, ora:
a. voorschotten uit de gemeentekas voor de bouw van 7 woningwetwoningen te Hijum;
b. bijdragen in de ongedekte jaarlijkse kosten, voortspruitende uit de exploita-
tie, van deze woningen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 25 januari 1968;
overwegende, dat aan woningen, als genoemde instelling beoogt te bouwen, in deze
gemeente inderdaad dringende behoefte bestaat en dat binnen afzienbare tijd niet
is te verwachten, dat van particulière zijde in deze behoefte zal worden voorzien;
gelet op artikel 60 van de Woningwet en de Beschikking geldelijke steun toegelaten
instellingen;
besluit:
A. onder voorbehoud van toezegging van de door de gemeente van het Rijk te vragen
geldelijke steun:
I. aan bovenvermelde instelling tegen een rente, die de gemeente voor het onder-
havige doel aan het Rijk moet betalen, welke rente voorshands 6 3/8% per jaar
bedraagt, een drietal voorschotten uit de gemeentekas te verstrekken voor de
financiering van de stichting van 7 woningwetwoningen te Hijum, t.w.:
1e. een grondvoorschot van ten hoogste dertig duizend honderd en achtenzestig
gulden 30.168,
2e. voor de bouw van bovenbedoelde woningen een bouwvoorschot van ten hoogste
één honderd drie en zeventig duizend twee honderd en negentig guLden
Cf 173.290,—);
3e. voor de aanleg van de centrale verwarming een voorschot van ten hoogste
twintig duizend acht honderd en vijfenzeventig gulden 20.875,
zulks onder de navolgende voorwaarden:
a. voor rente en aflossing van het grondvoorschot, het bouwvoorschot en het voor
schot voor de centrale verwarming moet door de instelling aan de gemeente jaar—
lijks gedurende respectievelijk 75» 50 en 25 jaren annuiteiten worden voldaan,
groot respectievelijk 6,437%, 6,679en 8,11% van de werkelijk verleende voor
schotten, hiervoor genoemd onder I sub 1e, 2e en 3e?
b. de annuiteiten onder a bedoeld, zullen voor de eerste maal vervallen op de dagen,
nader door burgemeester en wethouders te bepalen, in verband met het tijdstip
of de tijdstippen, waarop de voorschotten zullen zijn uitbetaald;
c. bij faillissement, of bij ontbinding of ontheffing der instelling, alsmede indien
de voorwaarden, waaronder de voorschotten zijn verleend, niet worden nageleefd,
worden de voorschotten of de onafgeloste gedeelten daarvan terstond opvorderbaar;
d. bij vervree-mding of bezwaring van onroerende goederen der instelling, zonder
goedkeuring van burgemeester en wethouders, of anders van gedeputeerde staten,
zal het bestuur aan de gemeente verbeuren een bedrag van tweeduizend gulden
(f 2000,waarvoor de leden van het bestuur, die aan het besluit tôt vervreem—
ding of bezwaring hebben medegewerkt of zich daartegen niet hebben verzet, 00k
na hun aftreden als bestuurslid hoofdelijk ieder voor het geheel aansprakelijk
zullen zijn; onverminderd het recht der gemeente om zo daartoe termen zijn,
in plaats van de geldboete schadevergoeding te eisen en om de vervreemding of
bezwaring niet als geldig te erkennen;