Agendapunt 16.
Voorstel 68/47»
Stiens, 17 april 1968»
Aan
de gemeenteraad.
Zoals u bekend, had de N.V. Nederlandse Spoorwegen indertijd bezwaren tegon het
uitbreidingsplan Zuid, met name waar het ging om het leggen van de bestemming woon-
bebouwing op het terrein gelegen tussen de spoorbaan en de Aldlânsdyk.
De spoorwegen wilden op dit terrein de bestemming "grond voor spoorwegdoeleinden"
handhaven.
Deze gang van zaken mag uit de uitbreidingsplanprocedure nog voldoende bekend worden
verondersteld, zodat wij ons ontslagen achten van een uitvoerige toelichting op
dit punt.
Deze strijd is uiteindelijk door de Kroon in het voordeel van de gemeente beslist.
Daarbij heeft ongetwijfeld een belangrijke roi gespeeld, het verweer van uw voor-
zitter voor de Raad van State, dat voor de spoorwegen op een ander punt aan de
lijn voldoende grond voor uitbreiding beschikbaar zou blijven.
Uiteraard heeft deze beroepsprocedure haar invloed gehad op de onderhandelingen
over de aankoop van grond. Met name ook het beschikbaarstellen van veraangende
grond heeft daarbij een roi gespeeld. Zo werd aanvankelijk door de Nederlandse
Spoorwegen voorgesteld een ruiling aan te gaan.
Van onze kant is daarop voorgesteld door het treffen van een planologische be
stemming op een daartoe door de Spoorwegen aan te wijzen terrein de belangen van
het spoorwegbedrijf veilig te stellen.
Na moeizame onderhandelingen is de N.V. Ned. Spoorwegen daarmee akkoord gegaan.
De bestemming 'Jgrond voor spoorwegdoeleinden"zal daartoe worden gelegd op een
terrein gelegen aan de oostzijde van de spoorbaan.
In de eerstkomende herziening van het bestemmingsplan Stiens zal deze wijziging
worden verwerkt.
Voor de overeengekomen tegenprestatie en de overige door de verkoper gestelde voor-
waarden menen wij te mogen verwijzen naar het bijgevoegde oonoept-besluit.
Bij de beoordeling van de prijs moet rekening worden gehouden met de gunstige lig-
ging van het over te nemen perceel, met zijn oorspronkelijke bestemming >/an grond
voor spoorwegdoeleinden, met name op het punt van de aansluiting van de wissels.
Het vervangende terrein eist vanzelfsprekend op dit punt een niet onaanzisnlijke
investering.
Dat wij desondanks van mening blijven dat het standpunt van de Nederlandse Spoor
wegen naar onze mening heeft te maken met een niet reële toekomstverwachting, zal
u niet verbazen.
Wij meenden evenwel de voorwaarden van de Nederlandse Spoorwegen te moeten accep-
teren, teneinde de voortschrijdende woningbouw in plan Zuid niet in gevaar te
brengen. Trouwens het zou naar onze mening weinig zin hebben het op een onteigening
te laten aankomen, aangezien op zich zelf de door de Nederlandse Spoorwegen naar
voren geschoven waarde-faktoren wel aanwezig zijn.
Wij stellen u dan ook voor, tôt de aankoop van het terrein te besluiten en daartoe
het bijgaande concept-besluit vast te stellen.
Een situatie-tekening, alsmede een lijst van de gebruikers van het perceel ligt
bij- de raadsstukken voor u ter inzage.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel
de secretaris,
de burgemeester,
F.J. KRAM
H. HELLINGA
K/K