Agendapunt 18 Voorstel 68/48. Stiens, 17 april 1968. Onderwerp: Subsidiëring Jeugd- en Vormingswerk SIiens Aan de gemeenteraad. Bij de ingekomen stukken en mededelingen voor uw vergadering van 27 november jl.( deelden wij u mede, dalf^et bestuur van de Stichting Jeugd en Ontwikkelingswerk te Stiens een verzoek om subsidie is ontvangen. Wij hadden daarbij gevoegd een af- schrift van onze brief dd. 22 november jl., waarin wij het bestuur berichtten dat wij geen vrijheid konden vinden de gevraagde subsidieverlening te bevorderen, omdat de lasten volledig voor rekening van de gemeente zouden komen. Het stond op dat moment namelijk vast dat op geen enkele wijze van het gemeentelijk aandeel in dit subsidie een bijksbijdrage kon worden verwacht. Inmiddels is in deze zaak een wijziging gekomen in dier voege dat een rijks- regeling in voorbereiding is, krachtens welke de gemeente een tegemoetkoming uit s-rijks kas verkrijgt van 80% van voor rekening van de gemeente komende sub- sidiekosten. Deskundigen hebben de verzekering gegeven dat deze regeling zeke.r tôt stand aal komen. Een en ander is voor het bestuur van de stichting aanleiding geweest zich op- nieuw tôt ons collège te wenden met het verzoek om te verklaren dat de gemeente Leeuwarderadeel in principe bereid is tôt ovemame van het in 1971 aflopende rijks- subsidie voor de probleemgebieden, mits op dat tijdstip vaststaat dat de gemeente in deze subsidie-verlening in enigerlei vorm een minimale bijdrage van 80% uit s-rijks kas kerkrijgt. Het gaat hier in feite om een gemeente-subsidie welk in de plaats komt van het ex tra rijksbubsidie voor de probleemgebieden. Dit extra rijkiEibsidie, bedragende 40% wordt in 10 jaren afgebroken te beginnen in 1971» Op basis van de overgelegde begroting voor 1968 wordt dit dus in 1971 4% van f. 16.000,in 1972 8%, in 1973 12% en zo vervolgens, waarvan 20% voor rekening van de gemennte zal komen. De meningen over dit verzoek zijn in ons collège verdeeld. De meerderheid van ons collège is vanmeni*n^ dat het initiatief van de stichting zeer moet worden toegejuicht. Indien bovendien maar 20% van de te zijner tijd in 1971 te verlenen subsidie voor rekening van de gemeente blijft, bestaat naar de mening van deze leden van ons collège aile aanleiding een subsidie-verlening te bevorderen. Zij stelt zich daarbij op het standpunt dat het Jeugd- en Vormings werk in de huidige tijdsopstandigheden eigenlijk niet gemist kan worden, terwijl in de toekomst dit soort werk nog in belangrijkheid toeneemt. Een belangrijk argument is voorts naar onze mening het feit dat dit subsidie uitsluitend wordt verleend indien het jeugdwerk als "algemeen" wordt georganiseerd. De lasten acht de meerderheid van ons collège volledig aanvaardbaar en zij stelt derhalve voor de gevraagde verklaring af te geven. De minderheid van ons collège is van mening dat het niet verantwoord is nieuwe uit- gaven te accepteren in verband met de slechte financiële positie van de gemeente, met name niet nu in de verste verte niet bekend is wat de financiële consequenties uiteindelijk zullen zijn. De ervaring leert immers dat deze kosten snel stijgen. Daarbij komt nog dat dit soort subsidieverleningen consequenties heeft voor soortgelijke gevallen in de gemeente waardoor de lasten nog verder zullen oplopen. Zelfé de rijksbijdrage van 80% laat nog een aanzienlijke last voor de gemeente bestaan.Zo zou zelfs op basis van de cijfers voor 1968 bij het vervallen van het subsidie in 1981 een last ontstaan van 20% van f. 16.000,f. 3»200,

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1968 | | pagina 105