- 13 -
De goedkeuring van het plan zoals dat in tweede instantie is aangebracht,
geeft nog geen aanleiding lot deze motie, en daarom acht spreker het
tijdstip van indiening van deze motie volstrekt onjuist.
Wethouder Zpndervan is het niet met de voorzitter eens. We weten allemaal dat
de goedkeuring van hestemmingsplannen veel te lang onderweg is,
Wethouder Pi jlcsfpa, zegt dat we het er overeens kunnen zijn; dat we niet ce-
vreden zijn over de gang van zaken met betrekking tôt de goedkeuring van be-
stemmingsplannen
Hij zou wel voor een motie voelenj maar dan een motie die minder gebaseerd is
op concrète feiten.
De heer Scan zegt uitermate gelukkig te zijn met het idee van de heer Soepboer,
De in de motie opgesomde feiten geven hem aanleiding tôt de uitspraak dat hier
van wanbeleid sprake is,
Hij vindt het niet juist deze motie uit tactische o£ diplomatieke overwegingen
achterwege te laten,
De va.QJlzjk'fcfcêX zegt dat de raad zich wel moet realiseren dat het tijdstip onge-
lukkig is, Wb willen ons nu beklagen over een zaalc die niet zo lang geleden aan
Gedeputeerde Staten is voorgelegd en waarop op korte termijn een beslissing kan
val1en.
De raad heeft verzuimd indertijd een motie op het juiste moment in te dienen.
De heer Soejobogr zegt dat deze zaalc al eerder aan de orde is geweest,
Toen is het misnoegen van de raad ook aan Gedeputeerde Staten voorgelegd.
Het is dus zeker niet de eerste keer dat deze zaak aan de orde' komt.
De Prov: ciale instanties bemoeien zich teveel met détails.
De voorzitter blijft van mening dat het tijdstip van de motie helemaal verkeerd
is. Er is nu geen reden meer om misnoegd te wezen
Na nog enige verdere discussie welke geen belangrijke aspecten meer oplevert,
wordt de motie vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
21 Jooys.tel. tôt. beschikbaar.stellingL van een krediet voor de bouw van een brug
ovêX- de. Je.lgum.ervaart te Vensterburen. (voorstel 68/50).
De heer Soenb.Qer vraagt of de andere mogelijkheid n.l. het leggen van een dam
met duiker voldoende door het collège is onderzocht.
Hij meent dat in dit geval zeker mete§am met duiker kan worden volstaan.
De argumentatie van burgemeester en wethouders spreelct hem niet aan»
De heer Kurperg. zegt dat hier belangrijk meer water doornoet dan door de heer
Soepboer wordt verondersteld.
Hij vindt een béton bruggetje altijd mooier dan een dam met duiker.
De heer Jlijdam acht ook de afstrorning van het vuil enz. bij een béton bruggetje
aanzienlijk beter.
Zonder verdere discussie wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burge-
en wethouders besloten.
Geen verdere punten meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering
te 22.30 uur.
K/S
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd
ihTjzi jn vergadering van 30 mei 1968.
d^ secretarisde voorzitter
(H. Hellinga)