- 3 -
Leden 2 en 3.
Teneinde "te verzekeren, dat betrokkene binnen een redelijke termijn weet onder welke
voorwaarden in de hierbedoelde situatie aanleg van de installatie zal kunnen plaats-
vinden, zijn de in de leden 2 en 3 van dit artikel vermelde bepalingen opgenomen.
Uitgangspunt is hierbij, dat het in het algemeen mogelijk moet worden geacht om
binnen twee maanden de nadere voorschriften vast te stellen. Voor de raeer excep-
tionele gevallen is ruimte gelaten voor verlenging van de termijn van twee maanden
met ëén maand.
De hier ontworpen regeling houdt dus in, dat betrokkene binnen drie maanden na
ontvangst van de kennisgeving definitief uitsluitsel heeft.
Leden 4 en 5-
Deze bepaling heeft ten doel te verzekeren, dat degenen, die bij de zaak betrokken
zijn, op de hoogte zijn van de beslissingen van burgemeester en wethouders.
Lid 6.
Op grond van deze bepaling kan worden opgetreden zowel tegen degene, die na het in-
zenden van een kennisgeving vôôr de ontvangst van de hierbedoelde mededeling(en)
van burgemeester en wethouders met het werk begint als tegen hem, die zonder meer
een dergelijke inrichting gaat oprichten, uitbreiden of wijzigen.
Artikel 4»
Lid 1
Aangezien artikel 3 de installateur niet verplicht te handelen overeenkomstig de in
dit artikel bedoelde verklaringen, is het noodzakelijk om hem tôt naleving van deze
voorschriften te verplichten, teneinde - indien nodig - die naleving te kunnen af-
dwingen (zie ook de toelichting op artikel 3, eerste lid, onder a, ad E)
Lid 2.
Deze bepaling beoogt in samenhang met de strafbepaling een sanctie te stellen op de
naleving van de nadere voorschriften, wellfe burgemeester en wethouders uit een oog-
punt van bescherming van de bodem tegen van de inrichting te duchten bijzondere
gevaren naast de algemene voorschriften hebben vastgesteld (artikel 3» eerste lid,
onder b
In verband met de contrôle, die het KIWA ook in dezen kan uitoefenen, is het over-
leggen van een door dit instituut gewaarmerkte verklaring voorgeschreven.
Artikel 5.
Deze bepaling legt de verplichting op tôt naleving van het door burgemeester en
wethouders uitgevaardigde verbod om ter plaatse een dergelijke installatie te
hebben,
Artikel 6.
In verband met de omstandigheid, dat nieuwe ontwikkelingen het bezwaarlijk kunnen
maken aan de hierbedoelde voorschriften vast te houden is de mogelijkheid van ont-
heffing van deze voorschriften opgenomen.
Teneinde gevaar voor bodemverontreiniging te voorkomen, is de in het tweede lid
vermelde eis gesteld.
Artikel 7-
Dit artikel beoogt een verplichting in het leven te roepen tôt het inleveren van de
in artikel 3 bedoelde verklaringen.
Artikel 8.
Lid 1.
Deze bepaling beoogt regels te geven, die kunnen bewerkstelligen, dat de installatie
ook tijdens het gebruik in goede staat blijft verkeren.