Nr. 68/68B De raad der gemeente Leeuwarderadeel5 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 september 1968 overwegendedat het voorkeur verdient de exploitatie van de 7 bejaardenwoningen te Stiens (kenmerk BV 132-NB-'55) voortaan te doen geschieden door de Woningstichting "Leeuwarden-Leeuwarderadeel" te Leeuwarden 5 dat genoemde Woningstichting bij Koninklijk Besluit van 10 maart 1914, no. 17, is toegelaten als instelling, uitsluitend in het belang van de verbetering van de volks— huisvesting werkzaamj dat bedoelde woningen derhalve aan genoemde woningbouwcorporatie in eigendom en be- heer dienen te worden overgedragen5 dat voor de voldoening van de koopsom aan de woningstichting een grond- en een bouw- voorschot dienen te worden verleend tôt gelijke bedragen als de boekwaarde der wonin gen, zijnde de koopprijs, waartegen de woningen zullen worden overgedragen5 gelet op artikel 60 der Woningwet en de Beschikking geldelijke steun toegelaten in— stellingen, besluit: I. aan bovenvermelde instelling tegen een rente van 4%, zijnde het rentepercentage opgenomen in de exploitatieopzet, een tweetal voorschotten uit de gemeentekas te verstrekken voor de kosten van aankoop van de 7 bejaardenwoningen te Stiens, t.w. a. een grondvoorschot ten bedrage van vijf duizend zeven honderd vijf en zestig gulden en vier en negentig cent (f 5»765,94)5 b. een bouwvoorschot ten bedrage van een en zeventig duizend zeven honderd zes en dertig gulden en vier cent (f 71.736,04)5 zulks onder de navolgende voorwaardens a. voor rente en aflossing van het grondvoorschot en het bouwvoorschot moet door de instelling aan de gemeente jaarlijkse gedurende 64 respectievelijk 39 jaren annuiteiten worden voldaan, groot 4»223respectievelijk 4j656% van de oorspron— kelijke grond- respectievelijk bouwkosten, respectievelijk groot f 5.944.67 en f 78.698,505 b. de annuiteiten onder a. bedoeld zullen voor de eerste maal vervallen op 31 okto— ber 19695 c. bij faillissement, of bij ontbinding of opheffing der instelling, alsmede in dien de voorwaarden, waaronder de voorschotten zijn verleend, niet worden nage- leefd, worden de voorschotten of de onafgeloste gedeelten daarvan terstond op— vorderbaar 5 d. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen der instelling, zonder goedkeuring van burgemeester en wethouders, of anders van gedeputeerde staten, zal het bestuur aan de gemeente verbeuren een bedrag van tweeduizend gulden (f 2000,waarvoor de leden van het bestuur, die aan het besluit tôt ver vreemding of bezwaring hebben medegewerkt of zich daartegen niet hebben verzet, 00k na hun aftreden als bestuurslid hoofdelijkieder voor het geheel aansprake- lijk zullen zijn, onverminderd het recht der gemeente om, zo daartoe termen zijn, in plaats van de geldboete schadevergoeding te eisen en om de vervreem ding of bezwaring niet als geldigts erkennen5 e. de gemeente zal, zolang de voorschotten niet geheel zijn afgelost met goedkeu ring van gedeputeerde staten, of, bij weigering, met Konihklijke goedkeuring, het recht hebben aile bezittingen met de voorschotten verkregen, met de daar op rustende lasten en verplichtingen en aile schulden der instelling, voor zover die ten behoeve van die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen tegen be- taling van een bedrag door gedeputeerde staten goedgekeurd of, bij weigering, door de Koningin vast te stellen, met dien verstande, dat boven het voor de ver— werving of instandhouding van die bezittingen aangewende deel van het eigen ver— mogen van de instelling slechts een billijke vergoeding voor noodzakelijke met de eigendomsovergang verband houdende kosten wordt uitgekeerdj f. de instelling zal de woningen behoorlijk onderhouden en deze voor de door deskun- digen te schatten reproduktie—waarde tegen brandschade verzekeren,een en ander ten genoegen van burgemeester en wethouders en met inachtneming van de eventueel van rijkswege te geven nadere voorschrifteni

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1968 | | pagina 35