- 8 - Een optreden waaruit positieve opbouwende resultaten komen. Wordt het bijvoorbeeld geen tijd dat de leiding overgaat in jeugdiger handen en dat de huidige voorzitter van zijn welverdiende rust gaat genieten? Overigens willen wij graag ons oordeel over dit schap opschorten in afwachting van het resultaat van de commissie die de her— structurering bestudeert. In dit verband een woord van lof voor u, mijnheer de voor zitter, omdat de notulen uitwijzen, dat u zeer aktief bent in het bestuur van het Kleibouwschap. Wij willen u, als onze gemachtigde, graag steunen en u de verzeke- ring geven, dat wij volledig acht u staan. Een tweede gedachte die bij ons opkomt is de toekomst en de toekomstmogelijkheden van onze gemeente. Wij zijn van mening, en wij hebben dat beleid dan ook steeds van harte gesteund, dat onze gemeente als woongemeente een goede toekomst tegemoet kan gaan en dat wij de aansluiting hebben gevonden. Zeer belangrijk is het dan ook, om de woonwijken waarin onze toekomstige bewoners moeten wonen en leven, zo aantrekke— lijk mogelijk te maken. De moderne mens wil privacy, ontspanning, ruimte en rust. Dàt moeten wij bieden, op deze eisen moeten onze uitbreidingsplannen worden gebaseerd als een aantrekkelijk alternatief voor de pakhuisflats in de stad. In dit verband komt het ons enigszins als een tegenstrijdigheid voor, dat een stedebouwkundige een plan ontwerpt, de bebouwingsvoorschriften vaststelt, maar verder bij het verlenen van de bouwvergunningen geen taak meer heeft. Waarborgt deze gang van zaken, dat de bedoeling, die hij in zijn ontwerp heeft gelegd, volledig tôt zijn recht komt? Wij hebben een période achter de rug, waarin elke woning die gebouwd werd, het tekort te— lugbracht. Over niet te lange tijd zal de kwaliteit van woning en woonwijk een be— slissende roi spelen. Dan zal een dubieuse kwaliteit niet geaccepteerd worden» Zeer binnenkort zullen wij ons moeten uitspreken over het tweede gedeelte van het uitbreidingsplan Zuid. Het is ons reeds getoond en het ligt nu te rijpen in onze gedachten» Dit wordt een belangrijke beslissing, die wij als niet—stedebouwkundigen moeten nemen. Is het mogelijk, het gaat tenslotte de gehele gemeenschap aan, in der— gelijke uitbreidingsplannen mêér dan tôt nu toe de gehele bevolking te betrekken, door bijvoorbeeld naast Plaatselijk Belang ook eens een contactavond te beleggen, waar iedereen welkom is om dit plan te bekijken en te beoordelen en zijn mening te geven? Op deze manier, en wij zouden dat uiteraard ook voor de andere dorpen willen doen bijrieuwe bestemmingsplannen, wordt het gemeenschapsbesef en de gemeenschaps- verantwoordelijkheid gestimuleerd. De afstand en het contact bestuurders en bestuur— den, dat in onze gemeente gelukkig nauwelijks te wensen over laat, wordt hierdoor meen ik gunstig be'invloed. Ook de verfraaiing van onze dorpen achten wij van belang. Vorig jaar is door onze fractie hier al iets van gezegd. Het is niet noodzakelijk dit nu weer in zijn tota— liteit te behandelen, maar wij menen toch,dat op dit terrein nog wel iets kan worden gedaan. Tenslotte liggen onze dorpen nu aan toeristische routes. Het zou jammer zijn dat de toeristen, die onze dorpen bezoeken, met een negatieve indruk naar huis terugkeren. Het zal ons benieuiren, mijnheer de voorzitter, wat de rogeringsnota inzake de sociaal- economische aspecten van het régionale beleid in de praktijk zal opleveren. De eerst- komende vier jaren zal 6 miljoen voor de verbetering van woon— en leefklimaat worden uitgetrokken, naast andere stimulerende maatregelen. Wij hopen, dat de rijksoverheid ernst maakt met de ont-wikkeling van het noorden. Wij willen graag de overbevdkte randstad de helpende hand bieden, maar dan zal de geldkraan toch werkelijk meer moe ten worden opengedraaid dan tôt nu toe het geval is. Dan zal er een royaal financieel beleid moeten worden gevoerd, zonder lach ertjes om te huilen als wat onlangs te Delfzijl is gebeurd. Wij willen het graag netjes houden, maar krasse taal aan het adres van de verantwoordelijke instanties zijn bij dit soort situaties toch wel op hun plaats. Hopelijk komt er zo spoedig mogelijk een flink industrieel trekpaard in Leeuwarden, opdat ook Leeuwarderadeel als woongemeente een goede toekomst is ver— zekerd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1968 | | pagina 15