- 16 - De heer Tolsma onderschrijft de opmerking over de rijkszaak, Bovendien heeft hij zich geërgerd aan de laatste zin uit het antwoord van burgemeester en wethouders De voorzitter interrumpeert hem, door te zeggen, dat het bezwaar van de^raad vroeger was dat men geen in2icht kreeg in het doen en laten. In het afgelopen jaar zijn aile stokken over de B.B. in de raadsportefeuille geweest, men îs op excur- sie geweest en heeft daar vragen kunnen stellen. De argumentatie "onttrekt zich volkomen aan onze waarneming" is in dit verband beneden peil. Men kan er over denken zo men wil, de B.B. post is verplicht, dit is op demoeratische wijze door de volks- vertegenwoordiging besloten. Voor klachten moet men zich dan ook wenden tôt de volks- vertegenwoordiging. Een discussie is hier volslagen zinloos, Wanneer de raad mocht besluiten de post af te voeren, reikt hij zichzelf een brevet van onvermogen uit. De heer Tolsma voert aan, dat er ook om inspraak gevraagd was, die echter niet te reahseren bleek. Hij is van mening, dat, wil men op de onzin van deze instelling wijzen, men er elk jaar juist wel op moet terugkomen. Hij stelt dan ook voor de post met f 1te verlagen. Omdat twee raadsleden dit voorstel mede steunen komt het in stemming, waarbij blijkt dat voor zijns mevrouw Stolte, de heren Nijdam, Span, Tolsma en Kuipers en dat tegen zijrnde heren Soepboer en Tulner, mevrouw Bijlsma en de heren Hopster, Zondervan en Dijkstra, zodat het voorstel is verworpen en de B.B. post onveranderd blijft gehandhaafd. De volgnummers 146 en 160 geven geen aanleiding tôt opmerkingen. Bij volgnummer 178 merkt de heer Span op, dat volgens hem hier een taak had ge— legen voor het Kleibouwschap. De voorzitter zegt, dat dit een zaak is van de plaatselijke bevolking, die de ini- tiatievên neemt, geld inzamelt enz.om dan samen met de gemeente het project uit te voeren. Regelingen van hogerhand zijn erg bezwaarlijk. Mevrouw Stolte informeert naar het verstrekken van consumpties. De voorzitter antwoordt, dat volgens burgemeester en wethouders, omdat het snoepen toch niet te stoppen is, de opbrengst beter de exploitatie ten goede kan komi n. De suggestie van de heer Tolsma om een terras aan te leggen, wil de voorzitter graag aan het zwembadbestuur voorleggen. De heer Span zegt bij volgnummer 466 dat hij meende, dat vorig jaar beloofd was met de vereniging "De Hollandse Molen" kontakt op te nemen over de molen. De voorzitter zegt dat dit gebeurd is, maar het ontbreken van de vang is de deskun- dige kennelijk niet opgevallen. De heer Span zegt - bij volgnummer 702 - dat hij het betreurt dat aan de Gebr.Bokma geen kans is gegeven in te schrijven. Hij is van mening dat het antwoord van burge meester en wethouders de zaak niet juist weergeeft, hij vindt de brief van Bokma juist veelzeggend, Maar omdat hij zich niet compétent achtte, heeft hij enige deskundigen telefonisch naar hun oordeel gevraagd en hun antwoorden waren allemaal positief. Hij is van oordeel dat de gehele gang van zaken onbevredigend is. De heer Tulner vindt het nu hij dit gehoord heeft jammer, dat deze onderneming geen kans heeft gehad. De voorzitter blijft bij zijn overtuiging, dat het antwoord van de Gebr. Bokma niet erg zinvol was. Hij had een serieuze benadering verwacht. Het bedrijf had naar refe- renties kunnen verwijzen. Burgemeester en wethouders zijn voor de bouw verantwoorde— lijk. De prijzen van andere bedrijven waren dusdanig, dat besloten is het in eigen be— heer uit te voeren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1968 | | pagina 33