- 6 -
zijn weggewerkt. In de aanbiedingsbrief wordt ook gesproken van "structuur ver-
storende factoren". Misschien heeft de inspecteur van de gemeente-financiën
uit de doeken gedaan, wat dit inhoudto Maar vandaag aan de dag is het de raad
zeer zeker niet bekend, wat dit betekent en waar men rekening mee houdt bij
het vaststellen van de aanvullende bijdrage aan de gemeenten uit het gemr.cnte-
fonds. Wij zullen t.a.v. deze zaak dan ook heel voorzichtig te werk moeten
gaan en niet te vlug aan de leiband van ministcr Beernink moeten gaan lopen.
Uit het nieuwe structuurpian blijkt, dat er een tendens is om Stiens en Brit-
sum samen te voegen. Zou het dan in de toekomst niet gewenst zijn, dat wanneer
de school te Britsum met meer aan de eisen voldoet, om in plan Zuid te Stiens
een grote nieuwe school te bouwen, ivant we zijn het er dacht ik wel over eens,
dat het onderwijs aan een grote school meer mogelijkheden biedt, dan aan een
kleine school. Een grote school werkt mijns inziens ook kostenbesparend en dit
kan van groot belang zijn voor het onderwijs. Over het punt sociale zaken valt
niet veel nieuws te zeggen. Het blijkt wel, dat het gemeenschappelijk aanstel-
len met de gemeente het Bildt van een ambtenaar voor de buitendienst een mis-
lukking is geworden. De heer Tolsma vraagt zich af, of er niet iets ontbreekt
met betrekking tôt sociale zaken in de aanbiedingsbrief. Met name over de g.s.w.
en het werkvoorzieningsschap. Hij vraagt zich ook af, of de toekomst t.a.v. de
gemeente-financiën werkelxjk zo somber moet worden tegemoet gezien als in de
aanbiedingsbrief staat. Men kan de financiële positie van onze groeiende gemeen
te bepaald niet ongezond noemen. Etr wordt de nadruk opgelegd, dat er bezuinigd
moet worden. Maar had men er dan niet tegelijkertijd op kunnen wijzen, dat op
1 oktober j.l. door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aan de Tweede Kamer
een schrijven is gericht over de financiële verhouding rljie-gemeenten, dat er
op 13 oktober d.a.v. een audiëntie is geweest met de ministers van binnenland-
se zaken en financiën en dat er op 15 oktober 1969 een gesprek heeft plaatsge—
vonden met de vaste commissie van binnenlandse zaken. Ik noem deze 3 data omdat
bij die voorvallen vele punten zijn besproken met betrekking tôt het financiële
beleid. Men meent, dat een sluitende begroting het ideaal is. Daar ben ik het
niet mee eens. Want in de tijd, dat deze gemeente wel een sluitende begroting
had, is er in de raad meermalen gezegd, dat dat de weg van de minste weerstand
was. Ik zeg nogmaals niet te hard lopen aan de leiband van de ministers Beer
nink en Wit+eveen. Het kan dan namelijk zc zijn, dat aile moeite, die een vorig
collège van burgemeester en wethouders gedaan heeft, tevergeefs is geweesx.
Laten we met elkaar proberen om ons werk met visie voor de gemeentelijke taak
te doen. Vooruitlopende op de pensionering van de heer Knol worden er bepaalde
suggesties gedaan. Ik wil er op attenderen. dat de vakature van de heer de Boer
destijds ook niet vervuld is. Om de vakature te nivelleren wil men mechaniseren
waar ik nietsop tegen heb. Ik vraag me daarbij wel af, hoeveel kosten kunnen
worden bespaard en op welkc delen van de administratie mechanisatie kan worden
toegepast. Het moet niet zo zijn, dat er op de secretarie te weinig bekwame
mensen komen, die het werk niet kunnen doen.
Spreker citeert vervolgens een zinsnede uit het weekblad de Nederlandse Gemeen
te, waaruit blijkt dat indien een overheidsbeleid sociaal gevoerd xrordt nieuw-
bouw en krotopruiming geen los van elkaar staande gegevens zijn. De toewijzing
van 10 woningwetwoningen aan deze gemeente is dan ook beslist te weinig. Gede—
puteerde staten hebben zeer zoker niet voldaan aan de vorenvermelde zinsnede.
Een gemeente met meer dan 5000 mwoners heeft eigenlijk recht op 20 woningen.
De opmerking betrekking hebbende op de weg. die er langs de Dokkumer Ee moet
komen is zeer terecht. We zijn er in principe niet op tegen, dat die weg er
komt, maar het is niet een urgent probleem. Dat de weg Britsum-Cornjum en de
weg van Cornjum naar de Brêdyk urgente problemen zijn, is voor mij maar een
halve waarheid, want de weg Britsum-Cornjum is beslist geen urgente zaak.
Er zijn in de gemeente urgenter zaken, die eerst aan de orde dienen te komen.
We moeten voorkomen dat bepaalde dorpen teveel bevoorrecht worden. De weg
Cornjum-Brêdyk is urgent maar minstens zo belangrijk en noodzakelijk is de ver-
betering van de kom van het dorp Hijum. We moeten vooral bedenken, dat het noor-
den niet moet worden vergeten.
De vraag, waarom het kostenbedrag in deze gemeente te hoog is, vindt de heer