- 8 - Dat de kleinere dorpen niet delen in de groei van de gemeente kan ik niet goed vinden. Voor het terrein, dat voor het gemeentehuia ligt, waarover mijn voor- ganger de gemoederen danig in beroering heeft gebracht en waarvoor aile mogè- lijkheden weer openliggen, zou :ik graag een lans willen breken. Voorzitter, col lège» raadsleden, laat deze mogelijkheid niet voorbijgaan om Stiens een moo'. centrum te geven. Met de heer Span z'n raening ora het beeld van onze oudstnjder Pieter Jelles op dit terrein een waardige plaats te geven, ben ik het volledig eens. Ik wil het plan alszodanig niet verder uitbreiden, maar doe gaarne een be- roep op u, om van dit terrein een mooi geheel te maken. We behoeven ons zeker niet van trots op de borst te slaan over wat met name in plan zuid te Stiens gebeurd is. Het is een siijlloze bouw, zonder fantasie en aanzien. We kunnen nu iets goed maken. Dat met name m'n A.R.—oollega's hier niet spontaan achterstaan, kan ik niet begrijpen. Niemand beter dan u weet, dat de mensen bij brood alleen niet kunnen leven. Er zijn ook nog andere waarden in het leven, die vaak belang— rijker zijn. De noodzakelijke voorzieningen iouinen de groei van de gemeente niet bijhouden, omdat er geen geld is. Sportvelden, weg Britsum—Cornjum, straten en riolering Hijum, weg van Cornjum naar de Brêdyk, waterzuiveringsinstallatie Stiens ik wil hier nog aan toevoegen de sporthal, waarvoor de sportcommissie in aktie is geweest. Dit is het complex van voorzieningen, dat er moet komen. Ik kan het alsvolgt samenvatten: sport, welzijn, woonklimaat en volksgezondheid. Voorzitter, u hebt gezegd, dat we naar een sluitende begroting moeten toewerken, we moeten losser van Den Haag komen te staan en baas zijn in eigen huis. Dit ben ik volkomen met u eens. Het is beter dat u niet iets belooft, wat u niet waar kunt maken. Dit heeft uw voorganger, de heer Hellinga wel gedaan. Ik vraag dienaangaande geen verantwoording van u, maar wel van wethouder Dijkstra, als lid van het vorige collège van burgemeester en wethouders. De oorzaak van de jam- merklachten van vele friese gemeenten is de Financiële Verhoudingswet 1960, die de uitkeringen van het rijk aan de gemeenten regelt. De uitkering van het rijk per inwoner is voor grote gemeenten 74$ hoger dan voor kleine gemeenten, waar wij ook bij gerekend worden. Voor de scholen ligt dit percentage 84$ hoger dan voor de kleine gemeenten en voor gymnastieklokalen 100$. De F.N*P. verzet zich hier uit aile macht tegen. Gemeenteraden, provincies en ministers zijn hierover aange- schreven. Het was de gemeenteraden wel goed. Eên burgemeester heeft het alsvolgt tegen zijn raadsleden gezegd; "heren, wanneer u hiertegen protesteert, valt u uw eigen partijen af, want die hebben zo in Den Haag besloten." Hier zit het gezwel, hier moet het mes in. De steden en partijen in het westen zijn machtig en de kiezers buiten die steden hebben niet door, hoeveel geld hen wordt onthouden. In een brief adviseert het hoofdbestuur van de P.v.d.A al haar fracties in de ge meenteraden en staten bij de komende begroting niet mee te werken aan financiële maatregelen, die het welzijnsniveau en de gemeentevoorzieningen aantasten. Hier in de gemeente is sprake van aantasting van het welzijnsniveau. In wezen kunnen wij deze begroting niet goedkeuren. Ik zal dat wel doen, maar onder protest te gen de rijksoverheid, dat een alternatief moet geven. Om meer geld van het rijk te krijgen, zullen we grotere gemeenten moeten creëren en niet in de vorm van de Kleibouwstreek, omdat we dan de goedkopere bestuurskosten weer verliezen door de bouw en verbouw van gemeentehuizen. Voorzitter ik wil graag mijn alternatief stellen, samengesteld door de studiecommissie van de F.N.P.de partij, waarvan de grote broers zeggen, dat het maar wat rommelen is. Op dit moment is er maar êên mogelijkheid, om geld op korte termijn te krijgen. Dat is door van Friesland êên gemeente te maken, met 44 wijk-gemeenteraden. Deze mogelijkheid biedt de gemeentewet. Elke nu bestaande gemeente houdt z'n eigen gemeenteraad, die het kontakt met de bevolking onderhoud. Vanwege de afstanden moeten er hulpsecreta— riën blijven. Het grote en gemeenschappelijke werk kan door de topgemeenteraad gedaan worden. Bijna aile gemeenschappelijke regelingen kunnen dan vervallen, ter- wijl de provincie dan ook goedkoper kan werken. De financiële voordelen zijn groot; de rijksuitkeringen per inwoner en voor de lagere scholen levert voor Friesland elk jaar 51 miljoen gulden extra ops aan bestuurskosten zou ook êên miljoen gulden bespaart kunnen worden, maar hiervan is een gedeelte weer bestemd voor de wijk-gemeenteraden en hulpsecretariën om die wat meer armslag te geven. Er zijn natuurlijk ook nadelen. De bestaande gemeenten vervallen in de huidige vorm.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 15