- 10 - In de eectievergaderingen is ook een opmerking gemaakt over de dienst gemeentewerken. Men constateerde een te zware top. Dit te stellen, is gemakkelijk. Het te bewijzen is moeilijker. Wij menent dat ook deze dienst, nu de secretarie kritisch is beke— ken, eens objectief en vakkundig moet worden doorgelicht en dan uiteraard niet al— leen de top. Elk bedrijf in de partikuliere sector kan alleen blijven voortbestaan, als de personeelsbezetting volledig uitgebalanceerd is en aile onrendabele sectoren zijn gesaneerd of rendabel gemaakt. Het hoeft dan ook helemaal niet als een olijk van wantrouwen tegen de leiding te worden opgevat als ook deze gemeentelijke dienst eens wordt doorgelicht. Wat de dochteronderneming, het grondbedrijfbetreft, is het ons opgevallen, dat hier een minimale post directiekosten is opgenomen. Naar onze gedachte heeft de dienst gemeentewerken toch aanmerkelijk meer bemoeiingen met dit bedrijf, dan hier in geld is uitgedrukt: administratiekosten en salaris directeur. Wat de ihkomsten betreft, kunnen wij ons niet voorstellen, dat het gasbedrijf een zo kleine winstmarge zal opleveren, als wordt begroot. Een volkomen nieuw net, een steeds atijgende omzet. Hoe kan dit bedrijf dan zo weinig winst maken. We zullen hierover graag een nadere uiteenzetting vernemen, alvorens deze begroting te ao— cepteren. Veel wordt ook gesproken over gemeentelijke herindeling. Hierbij wordt met een overvloed aan cijfers aangetekend dat een grote gemeente goedkoper werkt dan een kleine. Nu laten cijfers zich gemakkelijk schuiven, vooral als men met pro- centen begint te werken. Maar wij kunnen niet aan het feit voorbij gaan, dat aller— wege fusies en concentraties plaatsvinden, waardoor men hoopt kostenbesparend te werken. Nu heb ik niet de pretentie om hier de juiste weg te wijzen, hoe het met deze gemeente moet. Hiervoor zou een diepgaande studie noodzakelijk zijn. Wel is het zo, dat deze dingen vandaag de dag op ons afkomen en dat wij vroeg of laat stelling moeten nemen. Nu kan men zeggen, het wordt van hogerhand wel uitgezocht, wij zien wel. Men kan zelf ook mee denken en misschien toch een weg vinden, die tôt goedkoper werken leidt, zonder dat dit gepaard gaat met opheffing van de gemeente. Gezien ons inwonertal komen wij immers al niet meer in de stukken voor. Een tijd terug is ons een overdruk gestuurd uit het weekblad "De Nederlandse Gemeente", het nummer van 31 oktober 1969» Hier wordt over de onbegrensde regio geschreven. Naar onze mening wordt hier een zeer intéressante weg gewezen, waardoor het verdwijnen van zelfstandige gemeenten kan worden voorkomen, in ieder geval zeer kan worden be— perkt, terwijl door diverse vormen van samenwerking in streekverband een nieuwe sterke vorm van bestuur ontstaat, waarbij niets van de eigen gemeentelijke bestuurs— kracht verloren gaat. Weliswaar gaat de schrijver van dit artikel uit van de mening dat de bestaande grenzen knellend en hinderlijk zijn. Ik geloof, dat niemand /an ons dat nog zo voelt. Maar ik beveel lezen van dit artikel graag aan. Want wat gaat orh- herroepelijk verloren bij samenyoegen van gemeenten? het nauwe verband tussen be stuur en bestuurden en de enorme waarde van de plaatselijke kennis. Er is heden wel wat een tendens om al het oude over boord te gooien. Maar het oude heeft nog te veel goede faktoren, die haar enorm waardevol maken. Ik zou burgemeester en wet— houders dan ook graag willen voorstellen, dat artikel als uitgangspunt te nemen bij een denken aan samenwerken met de buurgemeenten. Misschien is het zelf s mogelijk dit artikel nog eens voor overleg aan de raad voor te leggen. We zullen ons moeten be— zinnen op de toekomst, daar kunnen we niet onderuit. En het is nog altijd beter zelf een weg te zoeken, dan van bovenaf in een bepaalde richting te worden gedwongen. Het zal niet gemakkelijk zijn, dat geef ik toe. Binnen de gemeentegrenzen is het dorpse chauvinisme nog niet eens helemaal voorbij. Laat staan, dat wij er klaar voor zijn, om over de gemeente—grens heen te denken. Maar wachten tôt de minister heeft besloten, lijkt mij een laakbare weg. Welke alternatieven zijn er anders? In de eerste plaats samen—voeging met Leeuwarden, zoals een deel van deze gemeente in de veer— tiger jaren heeft beleefd. Is er iemand, die hier voordeel of winstpunten in ziet? Een tweede mogehjkheid is samenvoeging met de gemeenten Het Bildt en Perwerderadeel. Twee gemeenten met een geheel andere structuur en een geheel andere bevolking dan LeeuwarderadeelZou een dergelijke combinatie niet als los zand aan elkaar hangen? Is hier naast financieel voordeel iets van te verwachten? Misschien kan men de problemen oplossen, door het instellen van wijkraden in de oude gemeenten, maar zijn we dan weer niet even ver? Een derde mogelijkheid is nog samenvoeging met MenaldumadeelGeografisch twee gemeenten, die alleen kontakt hebben langs enkele smalle landbouwwegen. Voor mijn gevoel ligt Menaldumadeel een heel eind weg. Zou dit niet een soort zakebjke onderneming worden, waar men zich alleen nog maar met de plaats van inwoning voelt verbonden? Overigens uiteraard niets ten nadele van deze gemeenten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 19