- 2 - b. Aile leden van de 3e sectie zullen een critisch onderzoek naar aile ver- leende subsidies op prijs stellen, waar- mee bij de begroting voor 1971 rekening zou kunnen worden gehouden. De commissie van rapporteurs kan met de- ze suggestie accoord gaan. c. Aile leden van de 3e sectie zijn van mening, dat het subsidie aan de Chris tel ijke Middelbare Landbouwschool te Dokkum met ingang van 1971 voor intrek king in aanmerking komt. De commissie van rapporteurs kan zich met de intrekking van dit subsidie ver- enigen. d. Twee leden van de 3e sectie zijn van mening, dat het subsidie aan het Konin- gin Wilhelminafonds dient te vervallen op grond van dezelfde overwegingen, die hebben geleid tôt de afwijzing van soortgelijke aanvragen. (Ned.Hart- en Nier Stichting) De commissie van rapporteurs is van oordeel, dat bij het onder b bedoeld critisch onderzoek ook het subsidie aan het Koningin Wilhelminafonds dient te worden betrokken. Burgemeester en wethouders zijn voornemens overeenkomstig deze suggestie in de loop van 1970 een critisch onderzoek in te stellen. Evenals dit in het verleden is geschied, achten burgemeester en wethou ders het gewenst hierbij een commiboie uit de raad in te schakelen. Een voorstel tôt intrekking van dit sub sidie zullen burgemeester en wethouders bij de behandeling van de begroting 1971 aanhangig maken. Dit subsidie zal inderdaad in het onder b bedoeld onderzoek worden betrokken. Onderhoudskosten woningen. toezichtskosten. De leden van de 3e sectie spreken hun T verontrusting uit over de toenemende on- v derhoudskosten en de sterk gestegen di- 1 rectie- en toezichtskosten. Ten aanzien w van de onderhoudskosten voor woningen wordt gevraagd, of het mogelijk is, daarvoor normen vast te stellen, zoals b.v. ook voor woningwetwoningen het ge- val is. In dit verband wijst een lid op een eerder gedane toezegging, om dit door de commissie voor onroerende zaken te laten nagaan. De commissie van rapporteurs dringt op z een spoedige vaststelling van de onder- h houdsnormen aan. s De opmerking omtrent de toezichtskosten d geeft de commissie van rapporteurs aan burgemeester en wethouders door. Ten aanzien van de toezichtskosten wordt verwezen naar het antwoord bij volgnommer 100. Wat de onderhoudskosten voor ambtswoningen betreft zijn burgemeester en wethouders van oordeel, dat hiervoor een andere ge- dragslijn dient te worden gevolgd, dan voor de overige huurwoningen. Een vaststelling van een bepaald onderhoudsschema lijkt het collège voor deze woningen juister. Wat de overige huurwoningen betreft hopen burgemeester en wethouders thans binnen af- zienbare tijd een onderzoek naar onder- houdsnormen te laten instellen. De commis sie voor onroerende zaken zal daarbij wor den ingeschakeld. Volgno. 18. Presentiegelden van de leden van de raad. Een lid van de 3e sectie vraagt of het niet gewenst is bij de bepaling van de presentiegelden rekening te houden met de geldsontwaarding. Hij vraagt zich af of het wellicht aanbeveling verdient de door gedeputeerde staten gegeven normen in acht te nemen. Dit wordt door een an- der lid van deze sectie ondersteund. Bij schrijven van 4 september 1969 zijn de gemeentebesturen door gedeputeerde staten met de maximum-normen voor de vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de raad, van de afdelingen van de raad en van de door de raad ingestelde commissies in kennis gesteld. Gezien de vrij recente verhoging van de

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 69