den niet ontslagen, maar gaan binnenkort met pensioen. Hier tegenover staat een
vrij grote investering. Het eenvoudigste was misschien geweest om op de oude
voet door te gaan en de reinigingsrechten te verhogen. Bi j het nieuwe plan is
verhoging van de reinigingsrechten niet nodig. Men heeft zelfs nog een kleine
reserve. De prijs van de zakken bed^aagt, zoals reeds is opgemerkt, f 2,;.° voor
20 zakken. Dit houdt in, dat de reinigingsdienst in het geheel geen winst maakt
bij de verkoop van deze zakken. Hiermee wordt voorkomen, dat men de zakken el-
ders betrekt. Spreker is het met de raad eens, dat de indeling in kategorieën
een moeilijke zaak is. Men moet een modes vinden om de bijdrage in de reini
gingsdienst vast te stellen. De bijdrage moet zo billijk mogelijk zijn. Op den
duur zal men uit ondervinding misschien een wijziging in de klasse-indeling
dienen aan te brengen.
De heer Tulner vraagt, of een zakenman, die in het winkelpand woont, 2 aan—
slagen krijgt.
De voorzitter ontkent dit. De aanslag vindt namelijk plaats per pand.
Spreker is het volledig met de raad eens wanneer hij zegt, dat het een onge-
wenste situatie is, dat er zich gevallen voordoen, waaruit blijkt, dat niet
iedereen bij de reinigingsdienst is aangesloten. Het stelsel van belastingin-
vordering zal dan ook in die zin gewijzigd moeten worden. De zakken zullen bij
de melkboeren verkrijgbaar worden gesteld, omdat die hun produkten huis aan
huis bezorgen.
Over de indeling in kategorieën zal men zich nog nader beraden.
De voorzitter komt tôt de slotconclusie, dat men het in het algemeen wel met de
gang van zaken eens is. Het collège van burgemeester en wethouders hoopt bin
nenkort met een raadsvoorstel te komen, daar de nieuwe regeling op 1 januari
1970 in werking zal treden.
9. Goedkeuring van de begroting van de gemeenteli.jke sociale dienst voor het ,iaar
1970.
10. Vaststelling van de begroting van het gemeentelijk grondbedri.jf voor het .jaar
1970.
11. Behandeling van de gemeente—begroting voor het dienst.iaar 1970»
De heer Tolsma zegt de algemene beschouwing met gemengde gevoelens te houden. Hij
wil het oude collège van burgemeester en wethouders geen schouderklopje geven,
omdat ze het zo goed hebben gedaan en hij wil ook beslist geen kritiek leveren
op het collège van burgemeester en wethouders in de huidige samenstelling. Het
is echter wel zo, dat een nieuw collège een nieuw bewind wil voeren. De raads—
leden mogen dan ook wel vragen, waarom bepaalde maatregelen genomen worden, en
of het niet op een andere manier kan. Men moet deze algemene beschouwing zien
als een soort opiniepeiling. Uit de aanbiedingsbrief blijkt, dat er drastische
maatregelen genomen zullen worden. Dan vraag je je af, of dat wel strikt nood—
zakelijk is en is het niet een beetje vreemd om die maatregelen nu reeds te
treffen. Uit de aanbiedingsbrief blijkt, dat we het nieuwe jaar maar met een
heel klein beetje hoop in gaan. Dit is echter beslist geen gevolg van het be-
leid van het collège van burgemeester en wethouders, maar veel meer de oorzaak
van regeringsmaatregelen. Onze gemeente is beslist nog geen gemeente, die het
voorzieningspeil heeft, dat noodzakelijk is voor een dergelijke gemeente.
Hieruit kan men de conclusie trekken, dat ik geen bewondering heb voor heel
veel maatregelen die door de hogere overheidsorganen genomen (moeten) worden.
Het kan namelijk inhouden, dat gemeenten, die een zo goed mogelijk beleid trach-
ten te voeren, door regeringsmaatregelen telkens weer voor moeilijkheden ge—
plaatst worden. Dat is een probleem,wat de werklust beslist niet bevordert.
Dit kan men ook constateren aan het feit, dat hier en daar wethouders zijn, die
hun portefeuilles beschikbaar stellen, en dat er raadsleden zijn, die bedanken
omdat ze vandaag aan de dag geen verantwoording voor hun taak meer durven of
kunnen nemen. Uit de aanbiedingsbrief blijkt ook, dat de oude tekorten nagenoeg