Zoals wij reeds hebben opgemerkt, kunnen wij ons met de inhoud van de regeling wel verenigen. Ingevolge het bepaalde in artikel 17 kan uittreding uit de regeling echter voor het eerst geschieden met ingang van 1 januari 1973» en vervolgens om de drie jareti par 1 januari. Wanneer de regeling wordt aanvakrd zoalfi u ih ontwerp toegezon- den, dan legt de gemeente zioh tôt 1 januari 1973 vast. In verband met de ondcrhan- delingen, die momenteel met andere gemeenten plaate vinden, is deze termijn naar on ze mening te lang. Aan de andere kant hebben wij er begrip voor, dat het voor de an dere gemeenten moeilijk zal zijn een gemeenschappelijke regeling aan te gaan waarbij een gemeente is betrokken, die op ieder door die gemeente gewenst tijdstip, uit kan treden, dit vooral met het oog op eventuele financiële consequenties. Op grond van het vorenstaande kunnen wij u niet voorstellen de regeling zonder meer te aanvaarden. Wij zouden geen bezwaar hebben aan de regeling deel te nemen, wanneer aan het 2e lid van artikel 17 zou worden toegevoegd "met dien verstande dat de ge meente Leeuwarderadeel gerechtigd is telkenjare per 1 januari en 1 juli uit te tre den, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden", Wij dtellen u daarom voor niet aan de regeling deel te nemen, tenzij de hiervoor genoemde restrictie alsnog aan artikel 17, 2e lid, zou kunnen worden toegevoegd, Hieromtrent zullen wij ons alsnog met de overige in de regeling genoemde gemeenten in verbinding stellen, Tenslotte merken wij nog op, dat indien de samenwerking met de huidige partners wordt beëindigd, het niet in de bedoeling ligt de tewerkgestelden op de werkplaats in Dok- kum direct naar de werkplaats in Leeuwarden over te brengen, Getracht zal worden daarvoor een overgangsregeling in het leven te roepen. Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel, de secretaris, de burgemeester, J.P. V.D. KOOI. H. BOSCHMA. vdk/k

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1970 | | pagina 79