Aanvullend agendapunt 22 Voorstel 70/ 107 Stiens, 26 augustus 1970. Onderwerp; Voorbereidingsbesluit Britsum. Aan de gemeenteraad. Bij uw besluit van 29 mei 1969 is een nieuw bestemmingsplan voor Britsum vast- gesteld. Om aan de vraag naar bouwterrein in Britsum te kunnen blijven voldoen bleek het dit voorjaar noodzakelijk een deel van het bestemmingsplan - met een opper- vlakte van 13000 m2 aan bouwterrein - bouwrijp te maken. In uw vergadering van 26 maart 1970 heeft u daarvoor een krediet van f. 249*510,beschikbaar gesteld. Bij de voorbereidingen voor het bouwrijp maken bleek echter, dat de werkelijke terreinoppervlakte en de loop van één der erfafscheidingen aanzienlijk afwe- ken van de kadastrale gegevens en van deze laatste gegevens was de stedebouw- kundige bij het ontwerpen van het bestemmingsplan uitgegaan. De werkelijke hoeveelheid beschikbaar terrein was zoveel groter, dat de voor— en achter— tuinen van een aantal van de geplande woningen overdadig groot zouden worden. Door het enigszins verleggen van de aan de noordzijde van het plan geprojec- teerde straat bleek het niet alleen mogelijk de voor- en achtertuinen tôt nor male afmetingen terug te brengen, doch zelfs ruimte ter beschikking te krij- gen voor een aantal extra woningen. Bij het opmaken van de begroting voor de kosten van het bouwrijp maken en de berekening van de grondprijzen is dan 00k van de laatstgenoemde mogelijkheid uitgegaan. Hoewel in principe het bestemmingsplan naar onze mening door de onderhavige wijziging niet werd aangetast, riep deze echter van de zijde van de provinciale planologische dienst bezwaren op. De plaats vindende afwijking van het be stemmingsplan werd van een dusdanige betekenis geacht, dat deze niet kon wor den geaccepteerd, wat tôt gevolg had, dat geen machtiging kon worden verkregen om met de straataanleg te beginnen. Behoudens een ondergeschikte wijziging in het tracé van de noordelijke straat zullen er waarschijnlijk weinig bezwaren tegen het nieuwe plan op zich zelf bestaan, doch formeel is de zaak niet eerder rond, voordat het bestemmingsplan aan de nieuwe situatie is aangepast en is goedgekeurd. Teneinde te voorkomen, dat hierdoor op zijn minst een jaar vertraging zal ont- staan in de uitvoering van het betreffende bestemmingsplan, komt het ons nood zakelijk voor gebruilc te maken van de bevoegdheid te verklaren dat een herzie- ning van het bestemmingsplan in voorbereiding is. Hierdoor kan niet alleen vermeden worden, (ht het toekomstige plan doorkruist wordt door handelingen die op basis van het bestaande plan nog zijn toegestaan, maar bovendien wordt o.a. 00k nog de juridische mogelijkheid geopend om vooruitlopende op het toekomstige plan reeds te bouwen. Het gewijzigd bestemmingsplan is inmiddels aan de Provinciale Planologische Dienst toegezonden. Wanneer deze instelling zich met het plan kan verenigen, dan verwachten wij dat spoedig toestemming tôt besteding van het gevraagde krediet voor het bouwrijpmaken zal worden verleend. Wij stellen u voor een voorbereidingsbesluit te nemen conform het hierbijge- voegde ontwerp-besluit Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel, de secretaris, de burgemeester, vdk/k J.P. V.D. K00I H. BOSCHMA

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1970 | | pagina 79