- 19 - 3- Artikel 13 sub a van de in het eerste lid bedoelde verordening blijft van toepassing tôt het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening. Artikel 66 De bepalingen van de in het eerste lid van het vorige artikel bedoelde veror dening blijven van kracht voor wat betreft de rechten en verplichtingen die op grond van die bepalingen vôôr 1 januari 1966 zijn ontstaan en die op dat tijdstip nog niet tôt gelding zijn gebracht onderscheidenlijk waaraan op dat tijdstip nog niet is voldaan. Toepasselijkheid van deze verordening Artikel 67 De met ingang van een datum, voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtre ding van deze verordening, aan gewezen wethouders en aan weduwen en wezen toe— gekende uitkeringen en pensioenen worden met ingang van dat tijdstip geacht krachtens deze verordening te zijn toegekend. Keuzebepaling Artikel 68 De artikelen 1 tôt en met 9? 14 en 15 van deze verordening zullen geen toepas- sing vinden en in de plaats daarvan zullen de daarmee overeenkomende op 1 ok— tober 196^ geldende artikelen van de toenmalige verordening van overeenkom— stige toepassing zijn ten aanzien van degene die op 1 oktober 1965 wethouder was en daartoe binnen zes maanden na het tijdstip waarop hij ophoudt wethou der te zijn, schriftelijk aan de raad de wens te kennen geeft. Het bedrag van uitkering (behoort bij afdeling i) Artikel 69 Uitkeringen die zijn toegekend terzake van een aftreden voor het tijdsx±p van inwerkingtreding van deze verordening, worden te rekenen van 1 januari 1969 of het latere tijdstip waarop de uitkering is ingegaan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 herzien. Ten aanzien van deze uitkeringen vindt artikel 4, tweede lid, geen toepassing. Het recht op weduwen- en wezenpensioen (behoort bij afdeling II, hoofdstuk III, par. 1) Artikel 70 1. Aan de weduwe, wier weduwenpensioen wegens een volgend huwelijk is geëin- digd op grond van de in het eerste lid van artikel 65 bedoelde verordening, wordt op haar verzoek opnieuw weduwenpensioen toegekend indien dat huwelijk, anders door opvolgend huwelijk met rechterlijk verlof, wordt ontbonden. 2. Het pensioen gaat in met de dag volgende op die van de ontbinding van het huwelijk. Artikel 71 1. Op verzoek wordt weduwenpensioen toegekend aan de weduwe die niet vôôr 1 januari 1966 is hertrouwd en die recht op weduwenpensioen zou hebben gehad, indien artikel 16 had gegolden op het tijdstip van het overlijden, waaraan zij zodanig recht kon ontlenen. 2. Het verzoek, bedceld in het vorige lid, moet worden ingediend binnen vijf jaren na inwerkingtreding van deze verordening.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1970 | | pagina 119