- 8 - Dit is het enige gesprek, dat hij met de heer Land heeft gehad, nadat deze al had besloten in een andere woning te trekken. Een prijs is nimmer tegen de heer Land genoemd, althans niet door hem„ De voorzitter zegt, dat toen bleek dat de heer Land niet van plan was uit Brit- sum weg te gaan, het collège zich afvroeg wat met de schoolwoning moest gebeu- ren. Daarbij kwam men tôt de conclusie, dat verkoop de beste oplossing zou zijn. Als gevolg van de activiteiten van de heer Land bij zijn nieuwe woning kwamen weldra enige verzoeken binnen om de schoolwoning te mogen kopen. Van een wille— keurige koper, zoals door de heer Kuipers is gesteld, is naar zijn mening dan ook geen sprake. Van de vier gegadigden vielen echter drie af, zodat alleen de in het voorstel genoemde belanghebbende overbleef. Het gezin van deze belanghebbende is van een dusdanige omvang, dat een grote wo ning een vereiste is. Deze is min of meer uit nood de enige gegadigde voor de woning gebleven, hoewel er nog veel aan de woning gebeuren moet voordat het voor zijn gezin geschikt is. Dit is de reden geweest om voor te stellen de woning aan deze belanghebbende te verkopen tegen taxatie-prijs. De heer Kuipers vraagt of deze verkoop openbaar is gemaakt via een dagblad of iets dergelijks of is dit uitsluitend onderhands gebeurd. De voorzitter zegt, dat zich spontaan gegadigden hebben aangemeld naar aanlei- ding van de activiteiten van de heer Land bij zijn nieuwe woning. De drie gega digden, die afgevallen zijn bleken uiteindelijk onoverkomelijke bezwaren tegen de woning te hebben. De heer Kuipers vraagt of het collège het nu wel juist vindt, dat uiteindelijk maar vier personen de gelegenheid hebben gehad de woning te kopen. Hij vindt dit niet helemaal de juiste manier om gemeentelijke eigendommen te verkopen. Hij vraagt zich af, of het niet beter is deze woning publiek te verkopen. Hethouder Soepboer zegt, dat uit het feit dat zich drie gegadigden hebben terug- getrokken toch wel blijkt, dat slechts bij een zeer beperkte groep belangstelling voor deze min of meer ouderwetse woning bestaat. In het verleden hebben, volgens de heer Soepboer, de ervaringen wel geleerd, dat bij publieke verkopingen de opbrengst in de regel onder de taxatie-prijs blijft. Hij wijst daarbij op de woning op het Tichelwurk en de woning van de heer Zan- tema. Ook bij grondverkoop is destijds door de raad eens aangedrongen op pu blieke verkoping. Ook toen kwam een lagere prijs uit de bus dan de taxatie-prijs. Ook in dit geval had men, toen er uiteindelijk één belanghebbende overbleef kunnen besluiten tôt publieke verkoop, waarbij deze gegadigde mee zou kunnen bieden. Bij het besluit tôt onderhandse verkoop heeft echter de sociale indicatie een roi gespeeld. De gezinssamenstelling van de gegadigde en de ervaringen met pu blieke verkopingen in het verleden hebben uiteindelijk tôt dit voorstel geleid. De heer Kuipers meent dat de voorbeelden, die wethouder Soepboer heeft genoemd nogal wat verschillen met deze woning. Deze woning staat er naar zijn mening qua ligging en ruimte aanmerkelijk gunstiger voor dan de genoemde panden. Hij gelooft beslist niet dat deze woning bij publieke verkoop minder zal ople- veren dan de in het voorstel genoemde taxatie-prijs. De voorzitter zegt, dat het niet in de bedoeling ligt over de kwaliteit van de woning in deze openbare vergadering te discussiëren. Hel staat het vast, dat wegens opknapkosten een vorstelijk bedrag op tafel zal moeten worden gelegd en dit zal onherroepelijk de prijs drukken. 1 Janneer nu een prijs kan worden ge maakt, gebaseerd op taxatie, dan is hij van oordeel dat van die mogelijkheid ge- bruik moet worden gemaakt. Zakelijk bezien wordt de gemeente dan in geen geval tekort gedaan. De heer Dam zegt, dat hij ondanks aile ervaringen opgedaan bij publieke verko pingen, wil zien naar het principe. Hij is van mening, dat onroerend goed, dat aan de gemeenschap behoort, niet onderhands verkocht mag worden. Onder onderhands wil hij ook verstaan een beperkte groep. Een dergelijke verkoop dient volkomen

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1970 | | pagina 15