- 9 - openbaar onder aankondiging "te geschieden. De omstandigheden van het gezin van de gegadigde en de onderhoudstoestand van de woning zijn niet in het geding, het gaat hier om een principiële zaak. De voorzitter zegt, dat de gemeente ook dikwijls onderhands eigendommen ver- werft, bijvoorbeeld woningen. Hiertegen is nimmer uit principiële overwegingen bezwaar gemaakt. De heer Dam zegt, dat zojuist is gesteld, dat de woning nu zal worden verkocht aan het meest geschikte gezin. Hij vraagt zich af, of er nog niet meer gezinnen zijn die ook zeer geschikt in deze woning zouden passen, Een dergelijke moge- lijkheid dient aan iedereen ter kennis te worden gebracht, zelfs al zou het pand minder opbrengen. Tussen de voorzitter en de heer Dam ontspint zich vervolgens een discussie over de vraag of de gemeente al dan niet goed koopman behoort te zijn. De heer Kuipers zegt, da.t het er om gaat dat ieder in de gemeente de gelegenheid moet hebben het huis te kopen. De sociale aspecten behoren naar zijn mening geen roi te spelen. De heer Tulner zegt ook voorstander te zijn van publieke verkoping. De heer Soepboer meent te mogen concluderen, dat bij verwerping van het voorstel van burgemeester en wethouders overgegaan zal moeten worden tôt publieke ver- koop. Op een vraag van de heer Beeksma of de consequentie zal zijn, dat aile verkoop van onroerend goed in het vervolg publiek zal moeten geschieden, antwoordt de voorzitter bevestigend. De heer Dam meent, dat er ook bij publieke verkoop kan worden onderhandeld, wat door de voorzitter wordt bestreden. Vervolgens wordt de openbare vergadering geschorst. Na heropening van de vergadering, zegt de heer Tulner deze wijze van verkoop niet juist te vinden. Ruimere bekendmaking verdient naar zijn mening de voorkeur. Hij ziet echter niet, dat de consequentie hiervan moet zijn, dat men voortaan aan handen en voeten gebonden is. Bij ruiling bijvoorbeeld blijven burgemeester en wethouders uiteraard vrij. Het gaat alleen hierom, dat een woning of wat dan ook te koop is, waarmee verder niets annex is, in het openbaar dient te worden verkocht. Zijn fractie zal daarom tegen het voorstel stemmen. De heer Dam zegt, dat naast de mogelijkheid van publieke verkoop nog de moge- lijkheid van openbare bekendmaking bestaat, waarbij gegadigden de gelegenheid kri.jgen zich aan te melden. De voorzitter zegt, dat de consequentie van het verwerpen van het voorstel een officiële publieke verkoping zal zijn. Vervolgens wordt het voorstel in stemming gebracht en verworpen met acht tegen twee stemmen. Tegen het voorstel stemmen de heren Bak, Dam, Kuipers, Kamminga, Tulner, Tblsma alsmede mevrouw Nicolaij en mevrouw Stolte. Voor het voorstel zijn wethouder Soepboer en de heer Beeksma. 13° Verleninig; van ontslag aan me.juffrouw K. Eiersma als leidster aan de openbare kleuterschool te Stiens. (voorstel 70/l20) Mevrouw Hicolai.i zegt dat het haar is opgevallen dat deze leidster nog geen twee jaar aan de school heeft gestaan, wat naar haar mening uit een onderwijs- kundig oogpunt bezien, onjuist is. Zij vraagt of het wellicht aanbeveling ver dient bij de benoeming van een opvolgster naar voren te brengen, dat toch ver- wacht wordt dat deze tenminste twee jaar zal blijven. De voorzitter zegt dat het inderdaad minder prettig is, dat deze leidster nu al weer vertrekt. De reden van vertrek is geweest, dat zij thans thuis in de kostkan gaan. Verder is hieraan weinig te doen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1970 | | pagina 17